Zonder financiële prikkel stuurt melkveehouder nauwelijks op vetzuren
Dat blijkt uit de wekelijkse poll op melkvee.nl, waarin melkveehouders afgelopen week werd gevraagd in hoeverre zij kijken en bijsturen op de vetzuurgehaltes in de melk.
Een krappe meerderheid van de stemmers die aan Frieslandcampina levert, zegt naar de vetzuursamenstelling te kijken. Twee op de drie stemmers die naar de vetzuursamenstelling kijkt, geeft aan daar niets mee te doen, zolang er geen financiële consequenties staan op overschrijding van de vetzuurnormen. Eén op de drie stuurt waar nodig bij, zodat de ongewenste vetzuurgehaltes onder de norm blijven.
Bijna helft kijkt niet naar vetzuursamenstelling
De overige FrieslandCampina leden kijken niet naar de vetzuursamenstellingen. Twee van de drie FrieslandCampina-leverende stemmers, die niet naar deze managementinformatie kijkt, zegt wel te weten dat de vetzuurinformatie beschikbaar is, maar er in de praktijk niet naar te kijken. De anderen die niet naar deze informatie kijken, wisten überhaupt niet dat er managementinformatie over vetzuursamenstelling beschikbaar is.
Vooral het vetzuur palmitinezuur, ofwel C16:0, is van belang. Dat mag niet boven de 32 procent komen. In de komende uitgave van vakblad Melkvee, dat komende zaterdag bij abonnees in de brievenbus valt, staat een artikel met een uitgebreide uitleg over de totstandkoming van vetzuren in de koe. Benieuwd naar de uitleg, maar nog geen abonnee? Vraag dan hier een proefnummer aan.
De poll leverde ruim zeshonderd stemmen op. Eén op de vier stemmers leverde niet aan FrieslandCampina. Zij zijn in de analyse van de uitslag van de poll buiten beschouwing gelaten.