De brief van Antoon van Mullekom: ‘De landbouw en de auto-industrie’
Als in de auto-industrie de milieuvervuiling met 25% moet worden teruggedrongen, kiest men er niet voor om een kwart van het totaal aantal auto’s te verbieden. Toch zou dat een oplossing zijn; als er nog maar 75% van het aantal auto’s rondrijden is de uitstoot van die sector met een kwart afgenomen.
In plaats daarvan werkt men aan het milieuprobleem door steeds schonere auto’s te ontwikkelen en te produceren. Daarmee wordt de milieubelasting van auto’s stap voor stap verminderd doordat de oude (sloop)auto’s vervangen worden door nieuwe, schonere auto’s.
In de auto-industrie richt men zich niet op het verminderen van het aantal auto’s, maar op het schoner maken van het bestaande wagenpark via nieuwe input en natuurlijke/technische afvloeing .
Dan het mestbeleid in de agrarische sector. Volgens de Europese commissie in Brussel is er een mestoverschot van 25%. De oplossing die hiervoor in het leven is geroepen voor verschillende sectoren, is fosfaatreductie en dierrechten. Dit betekent dat de veehouder minder dieren mag houden en minder mest per hectare mag uitrijden. De melkveesector zat dit jaar boven het fosfaatplafond en dus moest het aantal koeien omlaag.
Nu worden haast alle oplossingen gezocht in terugdringen van die 25% te grote mestproductie, en niet in die andere 75 % aan drijfmest die ook vervuilt. Daar zit een grote fout. Uit een recent onderzoek blijkt dat kunstmest net zo goed vervuilt, de werkingscoëfficiënt is door weersomstandigheden soms maar 60 tot 65% in plaats van de 80 tot 100% waar men van uitgaat. Bovendien kost de productie van kunstmest energie; 25 procent van onze aardgasconsumptie gaat naar de productie van kunstmest. Voer iedere kilo kunstmest die wordt geproduceerd is 0,6 kilo aardgas nodig. Bovendien komt er veel CO2 vrij bij het productieproces.
Dit wetende, rijst meteen de vraag op: Waarom wordt naar het mestprobleem niet op dezelfde wijze gekeken als naar de vervuiling inde auto-industrie?
Steeds schoner
Het probleem van de milieuvervuiling door auto’s wordt aangepakt door steeds schonere voertuigen te ontwikkelen. Op deze wijze kan ook naar de mestproblematiek gekeken worden. In plaats van te spreken van een mestoverschot en je te richten op een fosfaatreductie van 25%, ga je je richten op het schoner maken van 100% van de mest gedurende het tracject van mestkelder naar plant. Want drijfmest, zoals die met de huidige methodes op het land wordt gebracht, vervuilt. Alles wat door het gewas wordt opgenomen, verdwijnt niet in het milieu.
De andere oplossing:
• Focus op het bewerken en toedienen van de mest zodat het veel beter benutbaar wordt voor het gewas.
• Laat de focus op het mestoverschot en de vermindering van 25% fosfaat los
Focus in plaats daarvan op het verbeteren van de werkingscoëfficiënt van de minerlane uit dierlijke mest. Zo kan het mestprobleem/overschot waarschijnlijk grotendeels worden opgelost zonder nadelige gevolgen voor het milieu en de waterkwaliteit. Hierdoor kan ook het huidige fosfaatreductieplan worden bijgesteld of komt te vervallen.
Het resultaat hiervan is dat:
• de afspoeling en uitspoeling naar het grond- en oppervlaktewater verder wordt beperkt, waardoor de doelen uit het actieprogramma uit 1991 in meer regio’s kunnen worden gerealiseerd,
• de mineralen uit de mest in de goede samenstelling en voldoende mate voor het gewas beschikbaar komen
• door de vervanging van kunstmest door drijfmest, er sprake is van een meer evenwichtige bemesting zonder vervuiling van het milieu met instandhouding van de bodemvruchtbaarheid. Er wordt met drijfmest immers ook organische stof aangevoerd die goed is voor het bodemleven, de bodemstructuur en het instandhouden van de humus in de bodem.
• in gebieden met een tekort aan dierlijke (drijf)mest de gewasopbrengst verhogen doordat er meer mineralen voor de plant beschikbaar komen, met name in de akkerbouwgebieden in het buitenland
• geen verdere fosfaat-(drijfmest) reductie meer nodig in grote delen van Nederland om waterdoelen te realiseren.
Antoon van Mullekom
Oprichter van Cavmi, ontwikkelaar van milueuvriendelijke landbouwmachines.
www.antoonvanmullekom.nl
Tekst: Antoon van Mullekom