Inkomen melkveehouder in 2017 hoogste sinds jaren
Dat blijkt uit de inkomensvergelijking van WUR-ER, het vroegere LEI. Waar de inkomens per arbeidsjaar tijdens de crisisjaren 2015 en 2016 nog op 24.000 euro resp. 15.000 euro lagen, liet 2017 een spectaculaire sprong zien naar 68.000 euro per jaar. Dat is trouwens nog steeds iets lager dan het gemiddelde inkomen uit eigen bedrijf in de landbouw. Dat lag op 71.000 euro. De meest verdienende boeren zitten in de glastuinbouw met gemiddelde inkomens van 326.000 euro (voor groenten onder glas) en 271.000 euro (voor planten onder glas).
De biologische sector bleef met 52.000 euro achter bij de gangbare melkveehouders, maar bioboeren zijn daarentegen vorige jaren nauwelijks geraakt door de crisis. Hun inkomen is gemiddeld zelfs iets omlaag gegaan. Dat komt vooral omdat meer bedrijven zijn overgegaan op de productie van biologische melk; het toegenomen aanbod heeft een prijsdaling in gang gezet.
Daling in 2018, lange termijn gunstig
Voor 2018 verwacht WUR-ER een inkomensdaling. Dat ligt dan vooral aan de melkprijs, die omlaag zal gaan. „Je ziet nu al een dalende tendens”, vertelt Pieter Willem Blokland. Dat komt volgens hem vooral door de prijsdaling in de boter. „De hoge boterprijs gaf een bodem in de markt, nu die gaat, zal de melkprijs ook dalen.” Daarbij beïnvloedt de voorraad magere melkpoeder die de Europese Commissie in opslag heeft, de markt ook negatief.
Voor de langere termijn zijn de vooruitzichten voor zuivel daarentegen gunstig. De vraag naar zuivelproducten zal blijven groeien, verwacht WUR-ER, wereldwijd en binnen Europa. Melkveehouders kunnen in de komende jaren dan ook gunstige melkprijzen verwachten. De Nederlandse melkveehouderij zal daarvan in beperkte mate profiteren; fosfaatrechten zetten een rem op de groei van de sector.