Opnieuw minder dan honderd melkkoeien per bedrijf
Dat blijkt uit gisteren verschenen cijfers van het CBS. Met de daling van de schaalgrootte, die vanzelfsprekend het gevolg is van het fosfaatreductieplan, is een trend van jaarlijkse schaalvergroting doorbroken. Tussen 2000 en 2016 groeide de bedrijfsomvang ieder jaar. In die 16 jaar verdubbelde het gemiddelde bedrijf bijna in omvang. In 2000 molk de gemiddelde melkveehouder nog 56 melkkoeien.
Standaardopbrengst verdubbeld sinds 2000
De standaardopbrengst, een maat voor de economische omvang van agrarische bedrijven, die dicht in de buurt van de omzet ligt, is in de periode 2000-2017 meer verdubbeld. Het getal lag in 2000 op 181.000 euro voor het gemiddelde melkveebedrijf en nu op 416.000 euro. Ten opzichte van 2016 daalde de standaardopbrengst met 8000 euro. De standaardopbrengst wordt gedefinieerd door de Europese Commissie op basis van gestandaardiseerde opbrengstcijfers van bijvoorbeeld melk en rundvlees. Deze normering wordt 3 keer per 10 jaar opnieuw vastgesteld.
Meer bedrijfshoofden met extra baan
Op 12 procent van de melkveebedrijven heeft het bedrijfshoofd een baan naast zijn werk als melkveehouder. Dat percentage lag in 2000 nog op 8 procent. Het aantal familieleden met een baan buiten het melkveebedrijf laat een tegenovergestelde trend zien. Had in 2000 nog 41 procent van de bedrijven een familielid met een baan buiten het melkveebedrijf, in 2016 was dat percentage geslonken tot 39 procent.