FrieslandCampina kondigt melkaanbodregeling aan
’s Lands grootste zuivelaar zegt de hoeveelheid melk die volgend jaar geproduceerd gaat worden, moeilijk te kunnen inschatten. Uit voorzorg heeft FrieslandCampina daarom een tijdelijke voorwaardelijke maatregel uitgewerkt. Bij een te groot aanbod kan deze in de eerste helft van 2018 worden geactiveerd.
Verwerkingscapaciteit
De coöperatie acht het niet onaannemelijk dat de hoeveelheid melk in het voorjaar van 2018 weer groter zal zijn dan eerder en vreest dat ondanks investeringen in verwerkingscapaciteit dan niet bij te kunnen benen. Of de maatregel daadwerkelijk geactiveerd gaat worden, hangt af van de omvang en de duur van de verwachte onbalans tussen melkaanbod en effectieve verwerkingscapaciteit.
De leden worden tenminste 14 dagen voor activering van de maatregel geïnformeerd. De maatregel duurt in principe vier weken en blijft van toepassing zolang het verwachte aanbod de verwerkingscapaciteit overstijgt. Het verschil met de soortgelijke maatregel van vorig jaar is dat de nieuwe maatregel voor alle leden-melkveehouders in binnen- en buitenland geldt.
Drie referentieperiodes
De hoeveelheid melk die veehouders ten tijde van de maatregel mogen leveren, wordt gebaseerd op drie referentieperiodes. De eerste is van 1 januari tot 31 maart 2016 voor 1 januari tot 31 maart 2018 en 1 april tot 30 juni 2016 voor dezelfde periode in 2018. De tweede referentieperiode is hetzelfde, maar dan met 2017 in plaats van 2016 en de derde referentieperiode is 17 september tot 15 oktober 2017. Wanneer referentieperiode 1 van toepassing is, wordt het vergelijkingsvolume met 2 procent verruimd. Bij referentieperiode 3 geldt dat het vergelijkingsvolume wordt gemaximeerd op 1,1 keer het vergelijkingsvolume van referentieperiode 2.
Inhouden 90 procent garantieprijs
Tijdens de maatregel geldt het vergelijkingsvolume per dag, wat wordt bepaald door de totale hoeveelheid melk uit de referentieperiode te delen door het aantal dagen. FrieslandCampina kiest standaard de referentieperiode met het hoogste vergelijkingsvolume. Mochten veehouders toch meer melk leveren – alle melk wordt hoe dan ook opgehaald – dan wordt er 90 procent van de maandelijkse garantieprijs over het melkvolume boven het vergelijkingsvolume ingehouden. De maatregel geldt ook voor biologische melk.
De inhouding kan niet hoger zijn dan 25 procent van het maandelijkse melkgeld. Als dat wel het geval is, wordt dit verrekend met opvolgende melkgeldnota’s. Bedrijven die minder melk leveren dan het vergelijkingsvolume ontvangen een toeslag. Deze bestaat uit een coöperatief deel en een stimuleringsmaatregel. Voor de laatste heeft FrieslandCampina 22 miljoen euro gereserveerd. Meer details staan in een brief die de organisatie vandaag aan haar leden stuurt.
Tekst: Anne Hiemstra