Tweede Kamer steunt Limburgse boerendrones
CDA, VVD en PVV vinden het onbegrijpelijk dat Limburgse boeren zelf hun maïsvelden op de aanwezigheid van illegale hennepplanten moeten controleren, nu de politie de controle heeft gestopt. Vanuit de lucht is hennepaanplant in maïsvelden goed te zien. Daarom heeft de Limburgse politie tot een paar jaar geleden helikopters in om de illegale plantages op te sporen. Maar daar is mee gestopt omdat er nog weinig hennepplanten werden gevonden; de politie kon haar materiaal elders effectiever inzetten. De Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB) heeft daarop de luchtcontrole zelf voortgezet met behulp van drones. Van de gekke, vindt de Tweede Kamer; opsporings- en controle-activiteiten zijn een politiezaak, dat moet niet bij boeren komen te liggen. Daarom voerde de Tweede Kamer woensdag een debat met minister Stef Blok.
Vooral CDA, VVD en PVV vonden het niet te verkopen dat boeren een essentiële politietaak zelf uitvoeren. Madeleine van Toorenburg (CDA) vond het „een dieptepunt dat Limburgse boeren voortaan zelf hennepplantages moeten opsporen”. Zij wilde niet dat de rekening bij de boeren wordt neergelegd en maakt zich zorgen dat boeren nu onder druk worden gezet door criminelen.
Recht op ondersteuning
Minister Blok antwoordde dat het besluit van de politie om met controlevluchten te stoppen zeker niet bedoeld was om boeren in de kou te laten staan. „Mensen die in Nederland wonen, of dat nu op het platteland is of in de stad, en of ze nu agrariër zijn of in loondients, hebben recht op ondersteuning van de overheid en op de aanpak van criminaliteit”, stelde hij. Maar die aanpak wordt lokaal vormgegeven door de lokale ‘veiligheidsdriehoek’ van burgemeester, openbaar ministerie en politie, die zelf afwegen welke aanpak het meest effectief is. Blok had geen zin om vanuit Den Haag te vertellen hoe de politie in Limburg hun werk moet doen.
CDA en VVD dienden gezamenlijk een motie in om de opsporing van illegale hennepplantages weer te hervatten. Blok ontraadde die motie. „Want als ik dat niet doe, heb ik geen reden meer om moties die vragen om extra inzet in Friesland of in Amsterdam te ontraden.” En die afweging blijft volgens hem toch vooral een lokale zaak, en niet van de landelijke regering.
Stemming over de motie is over twee weken.