Ruud Hendriks: ‘Volledige kringlooplandbouw én volledige biologische landbouw is niet haalbaar’
Eerst een korte uitleg over mineralen van Hendriks: „Op rijke grond zoals in de Flevopolder kun je door de beworteling te verbeteren en met name te verdiepen een tijdje de reservevoorraden aanspreken. Klei levert ook nog wat mineralen door de verwering. Op de oude zandgronden heb je die reserves en verwering niet. Als je daar producten levert zonder de bodem aan te vullen gaat het op den duur niet goed. Wanneer je als akkerbouwer mest van een veehouder aanvoert zal die veehouder én via die mest én via de producten mineralen afvoeren. Alleen stikstof kan via de lucht weer binnen worden gehaald, de rest moet van buitenaf binnen komen. Waar stikstof op dit moment een issue is, is dat feitelijk nog het makkelijkste element omdat we daar vlinderbloemigen voor hebben. Het grote vraagstuk is dus hoe we kringlooplandbouw realiseren én dat 100% biologisch rondzetten.”
Verliesloos werken kan niet
De biologische sector heeft als voordeel dat bodembeheer centraal staat, stelt Hendriks. „De benutting van de bodem is beter; wat je niet verliest hoef je ook niet aan te vullen. Helemaal verliesloos werken kan de biologische landbouw echter ook niet. Ons neerslagoverschot neemt altijd wel iets aan mineralen mee, reden waarom de zandgronden in de 10.000 jaar dat ze bestaan ook langzaam verarmden, de bodemvruchtbaarheid belandde in de beekdalen. Alleen de enkgronden bleven vruchtbaar door jaarlijks veel materiaal uit de natuur te halen om de bodem aan te vullen.”
Twee mogelijkheden om bodem op peil te houden
Volgens Hendriks zijn er twee mogelijke routes om de bodem op peil te houden.
De eerste route: het ‘voeldselkringloopsysteem’. Kringlooplandbouw is de koers die Nederland in 2018 heeft ingezet voor de hele landbouw. In essentie komt dat neer op het voeden van de landbouw vanuit maatschappelijke reststromen, in plaats van kunstmest en krachtvoer van ver weg. De focus wordt door de landbouw vaak op de samenwerking tussen akkerbouw en veehouderij gelegd, maar dat is slechts de interne landbouwkringloop. Boeren ‘exporteren’ mineralen naar de consument die weer ergens vandaan moeten komen wil de grond op den duur niet uitput raken. De optimale kringlooplandbouw is eigenlijk meer een ‘kringloopvoedselsysteem’.
Op dit moment gaat van alle stikstof die de Nederlandse landbouw (via krachtvoer en kunstmest) binnen komt rond 45 procent als producten naar de afnemers, 45 procent spoelt uit of vervluchtigt en 10 procent wordt als mest naar het buitenland verkocht. Er komt maar een beetje van de verkochte mineralen terug via de reststromen uit de verwerkende industrie. Gebruik van humane mest zou in elk geval de meeste mineralen weer terug kunnen brengen. Helaas zit die mest in rioolslib, dus het is voor het overgrote deel van voeding van gangbare herkomst en ook vermengd met industriële reststromen.
De tweede route: alleen 100 procent biologische grondstoffen gebruiken. De sector is op weg naar gebruik van 100% biologische grondstoffen. Op dit moment zijn er nog wat escapes om de bodem met mineralen aan te vullen. Er mag biologisch nog 30 procent gangbare mest worden gebruikt. Dat zal lang niet iedereen doen, veehouders zijn relatief zelfredzaam. Vinassekali uit de suikerbietenverwerking is toegestaan, maar is in feite verpakte kunstmest. Bloed- en beendermeel die vroeger nog werden gebruikt, mogen al een hele tijd niet meer. Op termijn worden andere gangbare stromen afgebouwd en wordt het aantal mogelijke retourstromen zeer beperkt. Er zal wat naar het vee kunnen, zoals bierbostel of schillen en uitgesorteerd product, maar veel is er nog niet.
“Volledige biologische kringlooplandbouw is niet haalbaar”
Voor Hendriks is het duidelijk: „Al wordt álles uit de maatschappij weer terug gebracht in het landbouwsysteem, dan nóg heeft de landbouw onvermijdelijk verliezen die moeten worden aangevuld. Daarbij is dit pas mogelijk wanneer een flink deel van de maatschappij biologisch consumeert. Overigens hebben alle landbouwsystemen met deze verliezen te maken. Mijn grootse zorg is dat de gangbare landbouw werk gaat maken van retourstromen. Mogelijk door het inzetten van rioolslib, zoals in het buitenland al gebeurd. Dit is een mooie ontwikkeling, maar zet de biologische landbouw op ‘achterstand’ omdat deze sector voorlopig nog geen retourstromen kan benutten en dientengevolge inteert.”
Tekst: Anna Veltman
Opgegroeid op het gemengd biodynamische bedrijf van Warmonderhof. Gestudeerd aan de HAS in Dronten en Wageningen UR. Naast het werk op ons biologische akkerbouwbedrijf in Biddinghuizen ben ik werkzaam als redacteur voor Ekoland én trotse eigenaar van een hele grote mobiele kippenkar.
Tekst: Ruud Hendriks
Beeld: Agrio archief