CBS: melkveehouderij stoot meeste broeikasgas uit
Het merendeel van de ammoniakemissies wordt volgens het CBS veroorzaakt door de landbouw. Dit geldt vooral voor de emissie van stikstof die in de vorm van ammoniak in de lucht terecht komt.
In 2020 was de landbouw verantwoordelijk voor ruim 80 procent van de totale Nederlandse ammoniakuitstoot. De melkveesector is ook verantwoordelijk voor de uitstoot van de meeste ammoniak (39 procent) en stikstofoxiden (34 procent).
Broeikasgassen
De melkveehouderij stoot het grootste deel van de broeikasgassen uit, in 2020 36 procent. Ter vergelijking; de varkenssector nam in dat jaar 8 procent van de uitstoot voor haar rekening.
De uitstoot van broeikasgassen door de landbouw daalde tot 2003. Sindsdien stijgt de emissie licht, blijkt uit cijfers van het CBS. Zowel in 1995 als in 2020 stootte de landbouw 12 procent van de broeikasgassen uit.
Stikstofoverschot
Het stikstofoverschot halveerde tussen 1995 en 2008, maar daalde daarna nauwelijks verder. Het CBS berekent het stikstofoverschot door de aangevoerde hoeveelheid stikstof (onder ander in de vorm van krachtvoer en kunstmest) te verminderen met de hoeveelheid stikstof die is vastgelegd in dierlijke en plantaardige producten en de stikstof die is afgevoerd buiten de landbouw. Het stikstofoverschot is het deel van de stikstof dat niet wordt benut.
Fijnstof
De uitstoot van fijnstof uit stallen daalde in 2003 omdat er minder kippen waren door vogelgriep. Daarna groeide de uitstoot weer. De fijnstofuitstoot door landbouwwerktuigen daalde met 75 procent sinds 1995. De meeste fijnstof wordt ondanks de afname uitgestoten door de landbouwwerktuigen (37 procent). De pluimveehouderij is verantwoordelijk voor een kwart van de fijnstofuitstoot, voornamelijk door gebruik van stofrijke stallen.
De bijdrage van de landbouw aan de uitstoot van fijnstof is 7 procent, maar was in 1995 met 4 procent nog lager.