Generieke korting 8,3 procent, nieuwe bedrijven zijn knelgeval
De totale fosfaatproductie, rekening houdend met het aantal dieren en de forfaitaire productie, lag op de peildatum van 2 juli 2015 4,5 miljoen kilo boven het sectorplafond van 84,9 miljoen kilo. Op grond daarvan zou een generieke korting van 5,1 procent voldoende moeten zijn geweest om de fosfaatproductie terug te brengen tot het plafond. Maar omdat grondgebonden bedrijven geheel worden ontzien van de korting, en bedrijven met een klein overschot gedeeltelijk (voor het aandeel waarin het bedrijf grondgebonden is), moet het terug te brengen fosfaatoverschot verdeeld worden over minder bedrijven. Met als gevolg dat de generieke korting voor de overige bedrijven meer dan twee procent hoger uitvalt.
Daarnaast wordt extra gekort om ruimte te maken om knelgevallen te compenseren. De regering neemt het voorstel van de knelgevallencommissie over en beperkt de stijging van het generieke kortingspercentage om een voorziening voor knelgevallen aan te leggen, tot 1 procent.
Twee categorieën knelgevallen
De Commissie Knelgevallen adviseert om twee categorieën bedrijven als knelgeval aan te merken. Ten eerste zijn dat nieuw gestarte bedrijven. Deze krijgen een compensatie van 50 procent van het verschil tussen het aantal stuks vee dat ze hadden op 2 juli 2015 en de toen aanwezige stalcapaciteit. Daarbij moet het echt gaan om nieuwe bedrijven, en niet om bedrijven die zijn overgenomen. *Een tweede categorie betreft bedrijven die in een buitengewone situatie zaten als gevolg van de realisatie van een natuurgebied of de aanleg van infrastructuurprojecten. Het gaat dan bijvoorbeeld om bedrijven die een afspraak hadden gemaakt met een gemeente of provincie om het bedrijf te verplaatsen in verband met natuurontwikkeling of de aanleg van een weg, en die op de peildatum daarom een lager aantal koeien hadden dan gewoonlijk, of tijdelijk niet grondgebonden waren.
Geen veiligheidsmarge
De staatssecretaris had het kortingspercentage nog hoger willen zetten, om zo een veiligheidsmarge in te bouwen om tegenvallers op te vangen bij de toekenning van fosfaatrechten of als gevolg van een hogere fosfaatproductie, maar heeft in overleg met de sectororganisaties besloten om dat niet te doen. De organisaties gaan ervan uit dat met het kortingspercentage van 8,3 procent de fosfaatproductie voldoende onder het plafond komt om die tegenvallers op te vangen. Van Dam waarschuwt nu wel dat als de totale fosfaatproductie toch hoger uit gaat vallen, volgend jaar een extra generieke korting nodig is.