Topmaïs: groei loopt voor op andere jaren
De maïs van Jan Hemstede uit Ommen (OV), die de eerste week van mei is gezaaid, stond half juni 75 tot 80 centimeter hoog en zat toen rond het 8e bladstadium. „Het staat mooi egaal en wat onkruid betreft is het land mooi schoon”, geeft Hemstede aan. De melkveehouder paste dit jaar voor het eerst een vooropkomstbespuiting toe tegen gladvingergras. Door de droogte kon de bodemherbicide zijn werk niet optimaal doen en kwam het onkruidgras toch op. De aanhoudende droogte zorgde er echter ook voor dat het gras zich niet snel kon ontwikkelen waardoor de schade beperkt bleef.
Lambert Philipsen uit Sevenum (LB) ging eveneens met de meetstok het maïsland in. Hij telde half juni 6 tot 7 bladeren en mat tussen de 70 en 75 centimeter gemiddeld over de percelen. Hij zaaide de eerste en tweede week van mei de maïs. „De maïs begint langzaam dicht te trekken”, zo laat hij weten. Philipsen paste een vroege onkruidbestrijding toe. Bij percelen waar haagwinde voorkomt wil hij een tweede bespuiting toepassen. Hij kiest voor een onderbladbespuiting in juli, zodra het gewas tegen de vorming van de pluim aan zit. Daar heeft hij betere ervaringen mee dan een meer gangbare tweede bespuiting in juni.
De maïs bij Bart de Kruijf uit Werkhoven (UT) was half juni 80 centimeter hoog en stond bij de meting in het 7 tot 8e bladstadium. De maïs is 27 april gezaaid. Ook zijn maïsland bevat een aantal hardnekkige haarden met haagwinde. „Na de eerste bespuiting was het land schoon, maar de haagwinde stak snel de kop weer op”, aldus de veehouder. In tegenstelling tot Philipsen koos hij voor een vroegere tweede bespuiting in juni.