Melkprijs 2016 rampzalig; vooruitzichten beter
De cijfers zijn afkomstig van de Internationale Melkprijsvergelijking, die woensdag werd gepresenteerd door LTO Nederland en ZuivelNL. De vergelijking toont de melkprijzen van zestien zuivelondernemingen in West-Europa.
Het Italiaanse Granarolo betaalde vorig jaar gemiddeld 36,83 euro en was daarmee het hoogst genoteerd, terwijl boeren die leverden aan Glanbia uit Ierland het minste melkgeld kregen; 22,99 euro. FrieslandCampina heeft gemiddeld over 2016 30,80 uitgekeerd en komt daarmee op een vierde plaats, terwijl DOC Kaas met 23,96 euro de voorlaatste plaats bezet. Interessant daarbij is dat fusiepartner DMK twee plaatsen hoger staat.
Fransen doen het goed
Wat opvalt zijn de hoge noteringen van Franse bedrijven. Danone, Sodial, Savencia en Lactalis zijn allemaal bovenin de lijst te vinden en betaalden meer dan het Europese gemiddelde. Volgens Willem Koops van ZuivelNL ligt dit aan de gehanteerde melkprijssystematiek. Producentenorganisaties maken daar afspraken met de afnemers en deze hebben een dempend effect. In tijden van hoge melkprijzen krijgen de Franse boeren wat minder, in tijden van lage melkprijzen meer.
Melkprijs stijgt dankzij vet
De melkprijs is sinds 2014 in vrije val geweest, maar krabbelt sinds juni 2016 weer op. Koops verwacht dat die groei zal doorzetten. Hij verwijst daarbij onder andere naar de melkprijsprognoses van het Nieuw-Zeelandse Fonterra. In het jaar 2015/2016 was de gemiddelde melkprijs daar 4,30 Nieuw-Zeelandse dollar (NZD), maar de coöperatie verwacht dit jaar af te sluiten met een gemiddelde prijs van 6,65 dollar en voor 2017/2018 rekent de onderneming met een prijs van 7 dollar.
De opmars van de melkprijs is vooral te denken aan de waardestijging van de vetcomponent. De eiwitprijs stijgt nauwelijks, mede omdat de EU nog 350.000 ton mager melkpoeder in opslag heeft. Die voorraden zijn aangelegd tijdens de crisis, toen de Europese Commissie met steunaankopen ingreep in de markt, en dempen nu nog de prijs van eiwit.