Monovergisten mest heel moeilijk rond te rekenen
Volgens LTO Noord is het krappe verdienmodel een groot struikelblok, zowel binnen als buiten Jumpstart. Als er al een positief saldo kan worden behaald, zijn de marges mager.
Scenario’s
LTO Noord heeft verschillende scenario’s doorgerekend. Daarbij werd onderscheid gemaakt tussen intensieve en extensieve bedrijven. Het eerste scenario, het verlagen van de kostprijs van de monovergister tot wel 50 procent, heeft gering effect, zo blijkt uit het onderzoek. Terwijl het goedkoper maken van de installaties bij de start van Jumpstart in oktober vorig jaar wel werd genoemd als en manier om een belangrijk knelpunt te tackelen. 'De kostprijs van de (dure) installaties wordt gedrukt door te werken met een aantal standaardmodellen en die grootschalig in te kopen', luidde het destijds.
Hogere SDE+subisidie
LTO Noord heeft ook doorgerekend wat er gebeurt als de SDE+subsidie met 5 of 7,5 cent per kiloWattuur wordt verhoogd (scenario 2). Dan daalt de terugverdientijd, maar dit biedt nog geen oplossing voor het merendeel van de (extensieve) bedrijven.
Een andere optie is het toevoegen van 5 of 10 procent co-producten (scenario 3) zoals bermmaaisel en horecavetten. Dit kan alleen uitkomst bieden als veehouders een vergoeding krijgen voor het verwaarden van deze reststromen, aldus LTO Noord. Glycerine is met een aankoopprijs van 250 euro per ton als co-product (scenario 4) veel te duur.
Kinderschoenen
Het proces van mestvergisten binnen de melkveehouderij staat in Nederland in de kinderschoenen. Vakmanschap van de ondernemer en achterblijvende technische resultaten spelen een beperkende rol, concludeert LTO Noord. Maatwerk is een vereiste en verbeteringen op financieel en technisch vlak doorvoeren blijkt noodzakelijk. Er is wel een lichtpuntje: weidegang is in eerste instantie geen bepalende factor en kan gaan samengaan met vergisten op het boerenerf; een maatschappelijke wens.
'Kansrijk'
LTO Noord noemt mestvergisting momenteel 'een gewaagde stap'. Niettemin betitelt de landbouworganisatie het concept als kansrijk. “Tijdens het proces wordt milieuwinst geboekt in de vorm van vermeden emissies. Reststromen kunnen worden gebruikt in het proces en het eindproduct, het digestaat, kan worden afgezet bij onder andere fruittelers en akkerbouwers. Door onderzoek te doen naar de waarde van digestaat en milieuwinst te laten uitbetalen kan een toekomstbestendig concept worden ontwikkeld.”
1.000 vergisters in 2020
Het streven van FrieslandCampina is dat er in 2020 bij 1.000 melkveehouders een mestvergistingsinstallatie op het erf staat. Samen zijn deze bedrijven dan goed voor een broeikasgasreductie van 350 kiloton.