Louis Bolk: terug naar 1,4 miljoen koeien
Het Louis Bolk Instituut heeft verschillende scenario’s voor de Nederlandse melkveehouderij doorgerekend. De onderzoekers pleiten voor het invoeren van een norm voor grondgebondenheid om de inkrimping van de melkveestapel te reguleren en extensieve melkveehouders vrij te stellen van aanvullende milieuregels.
Het rapport wordt vandaag aangeboden aan staatssecretaris Martijn van Dam van landbouw, woordvoerders landbouw in de Tweede Kamer en partijen uit de Duurzame Zuivelketen.
Acht scenario's
Het Louis Bolk Instituut heeft acht mogelijke situaties onder de loep genomen. Die varieerden van een groeiscenario (met een grootte van 2 miljoen stuks melkvee) tot een situatie waarbij 500.000 koeien alleen nog voor de binnenlandse markt produceren.
Van deze scenario’s zijn de effecten voor de melkproductie, economie, emissies van ammoniak en broeikasgassen, landgebruik buiten Europa en externe maatschappelijke kosten in kaart gebracht. Hieruit blijkt dat de omvang van de melkveehouderij verder teruggebracht moet worden dan waar politiek en sector nu rekening mee houden.
1,4 miljoen koeien
Om onder de maximaal toegestane ammoniakuitstoot (norm 2030) te komen, zou het aantal melkkoeien teruggebracht moeten worden naar 1,4 miljoen. Dat is gelijk aan gemiddeld 2,13 GVE per hectare, oftewel ruim 2 koeien per hectare voedergewassen bij gelijkblijvend areaal, ten opzichte van 1,6 miljoen (2015). Bij deze inschatting houden de onderzoekers rekening met een verdere stijging van de efficiëntie in de toekomstige melkveehouderij.
De onderzoekers berekenden dat het aantal melkkoeien mogelijk nog verder teruggebracht moet worden (tot 1,1 miljoen koeien) om de klimaatdoelstellingen van Parijs te bereiken. Opdrachtgever Milieudefensie heeft becijferd dat dat scenario - opkopen van een half miljoen koeien voor 2030 - Nederland naar schatting 2,1 miljard euro zou gaan kosten.
Daarnaast zijn maatregelen inzetbaar zoals het ontmoedigen van de consumptie van zuivel (en vlees) via bijvoorbeeld een CO2-tax, en een grotere koolstofopslag in landbouwgronden door aangepast bodembeheer.
Eerlijke prijzen
Bij een kleinere melkveestapel dalen de externe maatschappelijke kosten voor bijvoorbeeld humane gezondheidzorg, natuurherstel en bodemdaling met 300 tot 800 miljoen per jaar, aldus het Louis Bolk Instituut. Ook het krachtvoergebruik en het landgebruik daarvoor buiten Europa daalt. Maar de economische waarde van de sector neemt ook af, met 250 miljoen per jaar, wat tot lagere inkomens voor melkveehouders leidt. Om dit te ondervangen pleiten de onderzoekers voor eerlijke prijzen: ondersteuning van bedrijven die binnen de milieugrenzen produceren.
Norm voor grondgebondenheid
Om het draagvlak voor de melkveesector niet te verliezen pleiten de onderzoekers voor het invoeren van een norm voor grondgebondenheid om de inkrimping van de melkveestapel te reguleren. Extensieve melkveehouders (minder dan 1,9 GVE per hectare) zouden dan de ruimte moeten krijgen om zonder aanvullende milieuregels te werken. Intensiever werkende melkveehouders zouden daarentegen aantoonbaar moeten voldoen aan de bepalingen voor ammoniak- en broeikasgasemissies.
Het complete rapport kunt u hier downloaden.