Van Dam overweegt hoger beroep
De Haagse rechtbank oordeelde op 4 mei dat de Regeling Fosfaatreductie 2017 voor deze melkveehouders buiten werking moet worden gesteld.
Dit vonnis heeft echter alleen betrekking op de boeren die de zaak hadden aangespannen, aldus Van Dam, en is verder niet van invloed op het fosfaatreductieplan. Dat betoogde de staatssecretaris dinsdag in de Tweede Kamer.
Kamerdebat
Volgende week vindt in de Kamer een debat plaats over de fosfaatreductieregeling. Maar verschillende Kamerleden wilden daar niet op wachten en bevroegen de staatssecretaris daar gisteravond al over tijdens het reguliere landbouwoverleg.
Carla Dik-Faber (ChristenUnie) wilde weten hoe je als melkveehouder nu een bedrijf kan runnen als de regels wekelijks veranderen. Rik Grashoff (Groen-Links) vertelde de grootste moeite te hebben om door de bomen het bos nog te zien.
Plan in alle haast opgesteld
Van Dam antwoordde dat, nadat de EU de fosfaatrechten als ongeoorloofde staatssteun had aangemerkt, de sector in alle haast het fosfaatreductieplan had opgesteld. „Er was geen tijd om alle haken en ogen van te voren te onderzoeken en te ondervangen”, aldus de staatssecretaris. Daarom wordt het plan telkens aangepast als er nieuwe problemen opduiken. „We moeten alle hens aan dek hebben om het doel te bereiken: zorgen dat we de derogatie behouden.”
Hoger beroep
Volgens Van Dam heeft de uitspraak van de rechter uitsluitend gevolgen voor de boeren die de zaak waren begonnen. Hij kondigde aan een hoger beroep tegen het vonnis te overwegen. "Dat ligt zelfs voor de hand", stelde hij.
In de Kamer wijdde hij daar niet verder over uit, maar een woordvoerder van EZ legde uit dat zo’n hoger beroep niet enkel hoeft te dienen om de uitspraak terug te draaien. Het kan ook worden gebruikt om de kaders scherper te stellen, zodat het duidelijker wordt welke melkveehouders ook succes zouden kunnen hebben bij een gang naar de rechter.