
Topmaïsteler Philipsen aan de slag op het land

Lambert Philipsen uit Sevenum (LB) is half april begonnen met het bemesten en ploegen van het maïsland. Daarbij bewerkte hij eerst de lagere gronden. Deze percelen worden wel het laatst gezaaid. „Half april was het droog en de grond goed berijdbaar. Door eerst de lagere gronden te bewerken, voorkom ik structuurschade mocht er een natte periode komen. Ook warmt deze grond van nature minder snel op. Door de grond te bewerken warmt deze ook eerder op." Met de nachtvorstperiode is hij even gestopt met ploegen. „Dan ploeg je de kou in de grond wat weer nadelig is voor het kiemen van de maïsplant.”
De drijfmest is met een bouwlandbemester geïnjecteerd. De hoeveelheid mest varieert per perceel tussen de 25 en de 45 kuub. „Op gronden met een lagere fosfaatbeschikbaarheid rij ik meer drijfmest, omdat je die niet meer mag bij bemesten met fosfaatkunstmest vanwege de derogatie”, legt hij uit. Om uitspoeling van stikstof op vooral hogere gronden tegen te gaan, kiest Philipsen voor kunstmest met een nitrificatieremmer.