Structureel overleg goed voor diergezondheid

Belangrijk daarbij is dat de boer verantwoordelijk is en blijft voor het opgestelde plan en dat de andere betrokkenen met duidelijke, niet tegenstrijdige adviezen komen die aansluiten bij de wensen en behoeftes van de melkveehouder.
Dat blijkt uit promotie-onderzoek van de Wychense dierenarts David Speksnijder. Hij heeft van 2014 tot en met 2016 35 melkveebedrijven intensief gevolgd. Speksnijders uitgangspunt was dat boeren best veel nuttige adviezen te horen krijgen, maar dat die in de dagelijkse praktijk niet worden toegepast.
Twee groepen
Voor het onderzoek, onder de naam Samen Beter Boeren, werden melkveebedrijven geselecteerd met een meer dan gemiddeld antibioticagebruik (in de oranje signaleringsfase).
De bedrijven werden verdeeld in twee groepen. In de ene groep was veel aandacht voor een structurele samenwerking in de driehoek boer, veearts en voeradviseur; inclusief speciale trainingen en regelmatige bezoeken aan de boerderij (Farm Walks). Een coach zorgde voor begeleiding en analyses. De tweede groep was de controlegroep waarbij geen extra aandacht aan samenwerking werd besteed.
Antibioticagebruik
In het eerste jaar daalde het antibioticagebruik in de eerste groep met 19 procent, het tweede jaar was dat 6 procent. Ook bleek dat bij deze groep ruim 80 procent van de bij het begin opgestelde bedrijfsdoelen al na het eerste jaar was bereikt. Dat percentage was hoger of lager bij een betere of mindere samenwerking, zo concludeerde Speksnijder.
Droogzetters
In de onbegeleide controlegroep daalde het eerste jaar het gebruik van antibiotica ook en wel met 14 procent, vooral door het gebruik van droogzetters te reduceren. In het tweede jaar was er juist een stijging. Bij enkele bedrijven nam het aantal mastitisgevallen juist sterk toe doordat ze het gebruik van droogzetters te drastisch hadden teruggebracht.
Gemiddeld was de daling van het antibioticagebruik van alle deelnemende bedrijven tijdens die twee jaar daarom 17 procent. Volgens Speksnijder was er ook een lichte verbetering merkbaar op vrijwel alle diergezondheidskenmerken op de bedrijven. Hij concludeert daaruit dat een dalend antibioticaverbruik niet gepaard hoeft te gaan met een slechtere diergezondheid.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Agrio archief