'Zachte heelmeesters oorzaak fosfaatrechten'
Banken, Accountants, LTO, het ministerie van economische zaken, zuivelorganisaties, de VVD en deels de universiteit van Wageningen hebben de groeidrift in de melkveehouderij aangewakkerd, zegt hij. "Toen bleek dat de groei te snel ging, durfde geen enkele bestuurder in te grijpen. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden, blijkt nu wel."
De directeur van het Centrum voor Landbouw en Milieu was onlangs een van de sprekers op een symposium van de Wageningse studievereniging De Veetelers. Hij stelt dat de sector zichzelf heeft overschat. "Te lang dacht men dat het wel goed zou komen en dat dat fosfaatplafond wel onderhandelbaar was.”
Voorspellen
Van der Weijden vindt dat de banken en fokkerijorganisatie CRV de overschrijding van het fosfaatplafond konden voorspellen. „De banken wisten precies voor hoeveel extra koeien financieringen werden aangevraagd. CRV had aan de bel kunnen trekken, toen bleek dat veehouders veel meer jongvee aanhielden dan voorheen.”
„Voor iedere individuele boer was het voordelig om meer melk te gaan produceren. Voor de totale sector was het juist slecht als individuele veehouders meer koeien gingen houden”, zegt Van der Weijden. De enige die de tragedie had kunnen voorkomen, was de bank, meent hij. "Die had moeten monitoren voor hoeveel extra koeien er krediet werd verleend.”
Troeven van de melkveehouderij
Van der Weijden zegt een zwak te hebben voor de Nederlandse melkveehouderij. De sector heeft nog steeds belangrijke troeven in handen voor de toekomst. De meeste koeien lopen in de wei. Dat zorgt voor transparantie en vertrouwen in sector en product. En er is een groot areaal groen weidelandschap, dat bij Nederland hoort.
Daarbij is de sector nog behoorlijk grondgebonden, geeft hij aan. Mestoverschotten zijn relatief klein en een circulaire economie is mogelijk.
Hij noemt nog meer sterke punten: „Het dierenwelzijn is hier relatief goed. Ook in de stal is het dierenwelzijn verbeterd. Het antibioticagebruik in de sector is in Nederland laag en er wordt relatief weinig soja uit Zuid-Amerika geïmporteerd. Er zijn weidevogels en de sector produceert relatief gezonde producten. Daarmee is de melkveehouderij succesvol op buitenlandse markten.”
Verbeterpunten
Toch valt er volgens de CLM-directeur nog genoeg te verbeteren. De melkveehouderij is verantwoordelijk voor een groot deel van de productie van broeikasgassen en ammoniak. Die uitstoot kan wellicht omlaag door erop te fokken of door ander voer te verstrekken.
Mestvergisting kan ook bijdragen aan een verminderde methaanuitstoot. Verder kunnen zonnepanelen en een hogere afvoerleeftijd de CO2-uitstoot verminderen. En via de kunstmest kan de lachgasuitstoot omlaag.”
'Achilleshielen aanpakken'
Een andere achilleshiel is de biodiversiteit. Die loopt in Nederland terug. Bovendien bleek de melkveehouderij in 2001 met de MKZ kwetsbaar voor dierziekten. Verder is er meer discussie over de kalveren, die bij de koeien weggehaald worden. Er worden ook nog steeds kalveren geïmporteerd, die dierziekten met zich kunnen meebrengen. "De sector moet deze achilleshielen aanpakken en de troeven versterken.”
'Stop ad hoc reparatiebeleid'
Daarnaast moet de regering stoppen met ad hoc reparatiewetgeving, betoogt Van der Weijden. "Er moet een duidelijke, duurzame stip aan de horizon geplaatst worden, waar iedere veehouder zelf stapsgewijs naartoe kan werken. Bied de veehouders daar wel de tijd voor."