Laatrijpe stieren stijgen bij nieuwe indexdraai

„Extreem laatrijpe stieren zullen inderdaad hoger uitkomen”, bevestigde Gerben de Jong, hoofd van de Animal Evaluation Unit van CRV, op de laatste GES-persbijeenkomst. „Verder zullen er naar verwachting geen grote verschuivingen zijn in de melkproductie-fokwaardeschatting.” De oude formule luidde 0,41 x fokwaarde lactatie 1 + 0,33 x fokwaarde lactatie 2 + 0,26 x fokwaarde lactatie 3. De nieuwe formule wordt 0,32 x fokwaarde lactatie 1 + 0,25 x fokwaarde lactatie 2 + 0,20 x fokwaarde lactatie 3 + 0,14 x fokwaarde lactatie 4 + 0,09 x fokwaarde lactatie 5 voor alle relevante kenmerken (kilo’s melk, gehalten, Inet, celgetal).

Stokje overdragen

De toevoeging van de vierde en vijfde lactatie is meteen ook de belangrijkste aanpassing bij de aanstaande indexdraai, zo bleek op de laatste van de jaarlijkse GES-persbijeenkomsten. Coördinator Roel Veerkamp bevestigde dat hij per 1 april aanstaande het stokje overdraagt aan Jan ten Napel, voor wat betreft het leveren van de technische input vanuit WUR. Daarnaast wordt er nog gezocht naar iemand die de organisatorische processen rondom GES voor de rest van het jaar op zich neemt.

Uniform Agri

Een tweede wijziging bij de komende indexdraai is dat er veel meer informatie aan de fokwaarde klinische mastitis ten grondslag komt te liggen. Uniform Agri heeft namelijk haar informatie met betrekking tot klinische mastitisgevallen beschikbaar gesteld voor de fokwaardeschatting, hetgeen de betrouwbaarheid ten goede komt. Tot dusver waren er alleen data uit Veemanager beschikbaar. Omdat Uniform Agri al heel lang gegevens registreert worden er ongeveer een miljoen bestandselementen toegevoegd aan de 400.000 uit het recentere Veemanager.

Minder toppers

Een derde wijziging bij de aanstaande fokwaardeschatting is een aanpassing in de methodiek bij het omrekenen van de genoomfokwaarden door Interbull. Er wordt gecorrigeerd voor overlap van stieren in referentiepopulaties, wat tot gevolg heeft dat de buitenlandse genoomstieren een iets lagere betrouwbaarheid zullen krijgen. „We gaan iets minder toppers voor een aantal kenmerken zien”, aldus De Jong.

Melk laten schieten

Omdat de technische agenda in principe losstaat van het stoppen of eventueel doorstarten van GES, zijn er een aantal zaken in ontwikkeling, als een verbeterde fokwaarde voor levensduur, een fokwaarde voor het laten schieten van de melk en onderzoek naar diergezondheidskenmerken, als aandoeningen bij de geslachtsorganen (bijvoorbeeld cysteuze ovaria) en stofwisselingsziekten. Op zijn vroegst zullen die bij de draai van april 2018 een start vinden. 

Voorlichting

Tenslotte buigt De Jong zich met leden van de technische adviescommissie van GES over voorlichting ten aanzien van de relatie tussen fokwaarden en prestaties. Zo toonde hij op de persbijeenkomst al aan dat stieren met een fokwaarde van 95 voor klinische mastitis, tot mastitis leidt bij een kwart van de derdekalfs koeien. Van stieren met een fokwaarde van 105 krijgt zo’n 13 procent van de derdekalfs koeien uierontsteking.