Drie van de vier Deense koeien krijgt geen weidegang
Hoe groter de veestapel, hoe kleiner het percentage weidegang. Het onderzoek werd gehouden onder 2250 Arla leveranciers. 375 bedrijven reageerden op vragen per mail. Van deze groep produceerden 41 bedrijven biologische melk. Deze biologische bedrijven streven naar zoveel mogelijk grasopname in de wei, terwijl bij de gangbare bedrijven juist het omgekeerde het geval is.
Jongvee wel
Meer dan de helft van de bedrijven biedt het jongvee wel weidegang. Ook de grotere bedrijven doen dat. In tegenstelling tot de melkkoeien is hier geen duidelijke afname van het percentage weidegang te zien naarmate de bedrijfsgrootte toeneemt.
Economische reden
De meest voorkomende reden waarom er geen weidegang wordt toegepast is vrees voor dalende melkproductie. Hoe groter het bedrijf, hoe vaker dit als belangrijkste reden wordt opgegeven waarom er geen weidegang wordt toegepast. Moeilijker management wordt ook vaak als reden genoemd. De afstand van de wei tot de stal en te weinig huiskavel werden daarentegen niet vaak genoemd als reden om de melkkoeien jaarrond op stal te houden. De onderzoekers noemen dit verrassend.
Biologisch
Ze concluderen dat weidegang in Denemarken een markant verschil is tussen gangbare en biologische melkveehouderij. Het dalende percentage weidegang in de melkveehouderij is reden voor extra opmerkzaamheid, wat betreft dierenwelzijn, natuurbescherming en landschapswaarden, schrijven de onderzoekers.