Vrijstellingen voor boeren met laag antibioticumgebruik
De nieuwe regeling is per 1 januari van kracht geworden. Voor melkveehouders die structureel op of onder de streefwaarde van 4 dierdagdoseringen zitten, geldt dat zij worden ontslagen van de plicht om elk jaar hun antibiotica-reductiedoelstelling verder aan te scherpen.
Ook hoeven ze niet langer bij het bedrijfsbezoek het antibioticagebruik te evalueren. Verder vermeldt de regeling, zoals die is gepubliceerd in de Staatscourant, 'vrijstelling van de verplichting het bedrijfsbezoek van de dierenarts minstens eenmaal per drie maanden plaats te laten vinden voor houders van melkveerunderen'.
Verwarring over PBB
Die tekst blijkt in de praktijk voor verwarring te zorgen, omdat je het zo kunt interpreteren dat het verplichte driemaandelijkse PBB (periodiek bedrijfsbezoek) kan komen te vervallen.
Navraag bij de KNMvD en FrieslandCampina leert echter dat dat niet het geval is. Beide partijen benadrukken dat de vrijstelling uitsluitend gaat over de verplichte driemaandelijkse evaluatie van het antibioticagebruik binnen de UDD-regeling.
"In de Staatscourant wordt gesproken over 'bedrijfsbezoek' en niet over het periodiek bedrijfsbezoek”, verklaart woordvoerder Jan-Willem ter Avest van FrieslandCampina.
Hij legt uit dat het PBB invulling geeft aan een ander deel van de wet, namelijk de Verordening (EG) no. 853/2004, bijlage II, sectie IX. Daarin staat – vrij vertaald – dat alleen melk van gezonde dieren geleverd mag worden. En dit is opgenomen in de zuivelkwaliteitssystemen zoals KKM en Foqus Planet. Ter Avest: "Het PBB heeft dus niets met de UDD-regeling te maken."
'Melkveehouderij beloond'
Dat de zuivel de UDD-regeling niet heeft opgenomen in de zuivelkwaliteitssystemen, neemt niet weg dat melkveehouders en dierenartsen hier wel aan moeten voldoen, geeft hij aan. De NVWA handhaaft op de UDD regeling. Ter Avest: "Het positieve is dus dat melkveehouderij beloond wordt voor de stappen die zijn gezet op het terugdringen van het antibioticumgebruik."
De staatssecretaris heeft deze vrijstellingen binnen de UDD-regeling nadrukkelijk in het leven geroepen als een beloning voor boeren die hun best hebben gedaan om het antibioticagebruik op hun bedrijf terug te brengen. Er was binnen de UDD-regeling behoefte aan een stimulerende maatregel, aldus de bewindsman.
'Beloning van Jan Kont'
Melkveehoudster Klaartje van Wijk uit het Friese Bakkeveen vindt de tegemoetkoming niet veel waard. "Een beloning van Jan Kont", moppert ze. "Als je al zo weinig antibiotica gebruikt als wij – we zitten op een dierdagdosering van 0,4 – dan stelt de evaluatie van het middelengebruik sowieso weinig voor."
Van Wijk, tevens agrarisch juriste, had de tekst van de regeling doorgeakkerd en eruit geconcludeerd dat dat de frequentie van het PBB terug zou kunnen van vier keer naar één keer per jaar.
'Liever uit eten'
"Daar hadden wij tenminste echt wat aan gehad. Want de veearts komt hier alleen om kalveren te onthoornen. Dat plannen we dan samen met het periodiek bedrijfsbezoek. Verder hebben wij de veearts nooit nodig, hooguit bij een incident. En het PBB kost ruim 50 euro per keer; dat is 200 euro op jaarbasis. Daar ga ik liever van uit eten”, aldus Van Wijk.