BSE bij koe in Zuid-Holland is ouderdoms variant
Atypische gevallen van BSE komen sporadisch voor bij oudere koeien, een soort ‘ouderdoms BSE’, schrijft landbouwminister Piet Adema in een brief aan de Tweede Kamer. ‘De oorzaak is bij deze variant waarschijnlijk een afwijkende vouwing van het prion eiwit. Dat komt bij oudere koeien wel vaker voor’, laat onderzoeker Lucien van Keulen van het WBVR in een reactie weten.
Volgens wetenschappers kunnen atypische varianten spontaan ontstaan. In Nederland zijn tot nu toe vier atypische gevallen vastgesteld van de 88 gevallen die in Nederland zijn geconstateerd sinds 1997. In de afgelopen vijf jaar zijn er in Europa drie meldingen geweest van atypische BSE: in 2021 twee meldingen in Duitsland en Italië en in 2017 één melding in Zwitserland.
De koe op melkveebedrijf in Zuid-Holland stierf een natuurlijke dood op de boerderij en werd aangeboden voor destructie. Europese regelgeving schrijft voor dat kadavers van koeien ouder dan 48 maanden worden onderzocht op de aanwezigheid van BSE. De achtjarige koe is door het WBVR getest op de aanwezigheid van BSE op basis van deze voorschrift.
Volksgezondheid
Als gevolg van de diagnose worden de nakomelingen van de koe die jonger zijn dan twee jaar gedood en getest. Deze koe heeft vijf nakomelingen gekregen, waarvan één op het melkveebedrijf nog in leven is. Dit dier is jonger dan twee jaar. De overige nakomelingen zijn ouder dan twee jaar en vormen een verwaarloosbaar risico voor de volksgezondheid.
Daarnaast worden alle andere runderen op het bedrijf die twaalf maanden voor en na het zieke rund zijn geboren - het zogenoemde geboortecohort - gedood en onderzocht. In dit geval gaat het om vier runderen waarvan er drie nog op het bedrijf aanwezig zijn.
Ook worden alle dieren gedood en getest die in hun eerste levensjaar samen met het zieke rund in haar eerste levensjaar zijn gehouden op hetzelfde bedrijf en die volgens onderzoek in die periode hetzelfde potentieel besmette voer hebben gekregen, het voedercohort. In dit geval gaat het om elf dieren waarvan er drie tot hetzelfde geboortecohort horen.
Europese regels
Met het doden, testen en afvoeren van deze dertien runderen wordt voldaan aan de Europese regels in het geval van een atypische variant, meldt Adema in de Kamerbrief. ‘Hiermee komen de producten niet in de voedselketen terecht en vormen ze geen risico voor de volksgezondheid.’
De NVWA zal de maatregelen zo snel mogelijk uitvoeren. Tot die tijd blijft het bedrijf geblokkeerd.
BSE is een meldingsplichtige ziekte sinds 1990. Veehouders en dierenartsen zijn wettelijk verplicht om verschijnselen die kunnen duiden op de ziekte te melden bij de NVWA. Nederland geldt als een land met een verwaarloosbaar BSE-risico. Dat betekent dat alleen in nood geslachte dieren ouder dan 24 maanden en gestorven dieren ouder dan 48 maanden worden getest op BSE.
Schrikken
„Het is echt schrikken als je hoort dat er een rund positief is getest op BSE, want we hebben al heel lang geen BSE geval meer gehad”, laat landbouwminister Piet Adema in een nagekomen reactie op het testresultaat weten. „Ik ben wel opgelucht dat het nu gaat om de zogenaamde ‘atypische variant’. Daarmee zijn de gevolgen vooral beperkt tot het bedrijf in kwestie. Voor de veehouder in kwestie is het natuurlijk wel heel erg. 13 runderen die gerelateerd zijn aan deze koe omdat ze een nakomeling zijn of samen zijn opgegroeid, zullen worden afgevoerd om gedood en getest te worden. Met deze maatregelen is deze casus afgehandeld. De voedselveiligheid is niet in gevaar. Het is goed om te constateren dat ons monitoringssyteem voor BSE in ieder geval wel werkt.”