CDA en SGP willen waarheid ammoniakbeleid boven tafel
Het rapport van Jaap Hanekamp, Marcel Crok en Matt Briggs bestrijdt de wetenschappelijke onderbouwing van het Nederlandse ammoniakbeleid. Volgens Hanekamp zijn daarbij fouten gemaakt die een eerstejaars student statistiek zou hebben vermeden. Dinsdag werd het rapport aan de Tweede Kamer overhandigd - maar enkel Jaco Geurts (CDA) en Elbert Dijkgraaf (SGP) waren aanwezig om het in ontvangst te nemen.
Volgen Dijkgraaf is het huidige beleid te veel gebaseerd op modellen en politieke voorkeuren en te weinig op de realiteit. „Het Ministerie van Economische Zaken kijkt te weinig naar de feiten", stelde hij. „Er is een groot kennistekort op het departement. Niet enkel op het ammoniakdossier - het probleem is groter." De SGP'er noemde de dossiers over fosfaat en over verdroging als voorbeelden.
Verkiezingstijd
Geurts gaf aan dat de Tweede Kamer een onderzoek zal opstarten. „Het is bijna verkiezingstijd en dan zijn partijen daar sneller voor te porren", meende hij. Hij wil onder andere antwoorden van het kabinet en van Wageningen waar de gegevens zijn gebleven die ten grondslag liggen aan de modellen.
De Kamerleden konden niet aangeven wat de gevolgen van het rapport voor het toekomstig beleid zullen zijn. „Daar wil ik geen voorschot op nemen, want dan maak ik dezelfde fout", vertelde Dijkgraaf. „Eerst moeten we weten wat de feiten zijn en op basis daarvan kunnen we een nieuw beleid neerzetten." Maar dat er iets gaat veranderen, was volgens hem zeker.
Marcel Crok voegde toe dat het sturen op emissies, wat Nederland de afgelopen decennia heeft gedaan, in ieder geval niet effectief is geweest. Hij wilde zich niet uitspreken over wat er nu wel moet gebeuren, maar maakte duidelijk dat ammoniakemissies een slechte basis zouden zijn voor toekomstig beleid.
Kritische reacties
Dijkgraaf hekelde de reacties van RIVM en WUR op het rapport, die niet op de inhoud ingingen. „Als je dergelijke kritische reacties krijgt uit kringen met gevestigde belangen, dan weet je dat je iets te pakken hebt", meende hij. WUR-woordvoerder Simon Vink, die bij de overhandiging ook aanwezig was, stelde echter dat de WUR het rapport niet gezien had voor publicatie en dus geen inhoudelijke reactie had kunnen geven. Hij nodigde de auteurs uit om samen met de statistici van de universiteit de onderzoeksmethode nader te bekijken, een uitnodiging waar Hanekamp en Crok graag op ingingen.
Inmiddels heeft de universiteit ook inhoudelijke kanttekeningen op het rapport gepubliceerd. Onder andere stelt de WUR dat veel andere proeven ook aantonen dat stikstof verloren gaat als mest niet de grond in wordt gewerkt. Gewassen brengen dan minder op. Over de verdwenen cijfers merkt de universiteit op dat de notitieboekjes met de ruwe meetdata uit het veld er weliswaar niet meer zijn, maar dat die data ook staan in de zestig veldrapporten en dat die wel beschikbaar zijn. Ook zegt het rapport volgens de universiteit niets over het wel of niet zinvol zijn van emissiebeperkende maatregelen.
De WUR is gaarne bereid om opnieuw metingen uit te voeren, stelt Vink. Dat is misschien een manier om aan de maatschappelijke vragen en onzekerheden tegemoet te komen en om het draagvlak voor het ammoniakbeleid te verbreden. Maar dan moet er vooraf wel overeenstemming zijn over de methode van onderzoek.