Wat wil de kemphaan?
Zeldzame kemphaan sneller kwijt dan rijk
Foddebosk
Het Engelse woord kemp betekent ‘krijger’ en kämpfen is Duits voor vechten. Kemphanen danken hun Nederlandse naam aan de schijngevechten die ze in het voorjaar houden. Ook hun Latijnse (Philomachus pugnax), Duitse (Kampfläufer) en Franse (chevalier combattant) benamingen hebben soortgelijke strijdlustige betekenissen. In het noorden van ons land heeft de kemphaan echter typische volksnamen: de Friezen noemen hem haontsje. In Groningen heet hij kappertje, op Terschelling kraagman, op Texel kragenmaker en op Schiermonnikoog foddebosk.
Kemphanen zijn echte ridders: in een soort arena strijden de hanen om de hennen
Altijd vechten
Kemphanen zijn echte ridders: in een soort arena strijden de hanen om de hennen. In bonte verenkleden trekken ze ten strijde: oranje, zwart, wit, gestreept of bont gevlekt. Waar de meeste vogels de vrouwtjes proberen te veroveren door een lied, zetten kemphanen vol in op uiterlijk vertoon. Ze gaan net zo lang door tot de ander opgeeft, maar er raakt zelden een kemphaan gewond bij deze schijngevechten.
In de rui
Met zijn winterkleed aan onderscheidt de mannelijke kemphaan zich alleen door zijn grootte van het vrouwtje. Maar in april, wanneer ze zich veelal in Nederland bevinden tijdens de trek naar het noorden, ruien ze naar het opzichtige verenkleed met kraag, kuif en bonte kleuren. Een aanrader om dat eens te gaan bekijken! Goede plekken zijn bijvoorbeeld het Friese Skrok en Skrins, de Onnerpolder in Groningen, Polder Arkemheen bij Nijkerk, bij het Landje van Geijsel bij Ouderkerk, de polder IJdoorn bij Durgerdam, Marken en de Ezumakeeg in het Lauwersmeer. Als de kuikens uitgebroed zijn, dan bergt de kemphaan zijn kraag weer op, tot het volgende jaar.
Honkman, satelliet of …
De populatie mannetjes bestaat voor circa 85 procent uit honkmannen en voor circa 15 procent uit satellieten. De twee soorten ogen dus niet alleen anders qua uiterlijk en gedrag, ze zijn ook wezenlijk anders.
- Honkmannen zijn de meest bonte en dominante kemphanen. Ze bezitten en verdedigen een vierkante meter van de gevechtsarena.
- Satellietmannen zijn iets minder opvallend; ze dragen vaak witte of gespikkelde kragen. Deze kemphanen worden door de honkmannen gedoogd.
Naast honkmannen en satellieten bestaat er nóg een type kemphaan, faar genoemd. Faren zien eruit als grote vrouwtjes, maar zijn in werkelijkheid ‘verklede’ mannen. Deze soort paart stiekem met vrouwtjes, maar laat zich ook dekken door honkmannen. Fascinerend, en het gevolg van een zeer oude wijziging in het DNA die gebleven is. Het betreft een minderheidsgroepering binnen de kemphanen: slechts 1 procent van de mannelijke populatie is een faar.
Waar komen ze vandaan, waar gaan ze heen?
Een eeuw geleden bestonden grote delen van Nederland nog uit drassige weilanden waar niet of vrijwel niet bemest werd en pas laat in het seizoen gehooid. Omstreeks 1950 waren er nog minimaal 6.000 broedparen, maar rond de eeuwwisseling was dat aantal gedaald tot een handvol. Met de doortrekkers in het voorjaar liep het niet veel anders. Waar er eerst nog tienduizenden in het Lage Midden van Friesland verbleven is hun aantal nu gekrompen tot hooguit een paar duizend.
De kemphanen die eerst Nederland aandeden in het voorjaar vliegen nu door naar het oosten van Europa, waar ze nog wel hun leefgebied vinden in de vorm van natte, extensief beheerde graslanden. Maar inmiddels is in enkele gevallen al gebleken dat in gebieden met natuurontwikkeling en geschikt beheer kemphanen kunnen terugkeren. Daar waar rust gegarandeerd kan worden, het beheer afgestemd is op de kemphaan en er geen hoge predatiedruk is kan de soort terugkeren. Dat biedt hoop voor de toekomst van de kemphaan, maar vraagt ook permanente aandacht voor deze prachtige weidevogel. Je bent hem immers sneller kwijt dan dat hij weer terug is.
Jacht op de kemphaan
Een goed leefgebied tot stand brengen is één ding, andere factoren spelen ook een rol in het behoud van de populatie kemphanen. In Nederland is de kemphaan een bij de wet beschermde vogel. Ze trekken echter ook over Zuid-Europa en overwinteren op de vloedvlaktes van de Niger in Mali. In deze gebieden worden nog veel kemphanen doodgeschoten of in netten gevangen voor lokale consumptie.
Beheertip
Creëer drassige weilanden met reliëf en bemest deze niet of nauwelijks. Voor doortrekkers en overwinteraars is het van belang ondiep overstroomde graslanden en voldoende grote, ondiepe plassen met voldoende slik te creëren en in stand te houden.
Tekst: Cees Witkamp, Jenny Braaksma
Beeld: Marcel van Kammen