Lichaamsconditie van grote invloed op klauwgezondheid
De van oorsprong Nederlandse Rene Pijl publiceerde zijn artikel in het Duitse tijdschrift ‘dlz Primus Rind’. Hij geeft aan dat door de veelal snelle rantsoenen een koe niet alle belangrijke voedingsstoffen kan opnemen, wat van invloed is op de hoorngroei. Eigenlijk zou een koe maximaal eens per half jaar routinematig bekapt moeten worden.
Steeds meer ongezonde klauwen
Pijl registreert zijn bekappingen sinds het jaar 2000. In de afgelopen 16 jaar verrichte hij 128.022 bekappingen bij 35.597 koeien en 23.008 vaarzen. In 2000 was 41 procent van de koeien en 38 procent van de vaarzen vrij van klauwproblemen, inmiddels liggen de percentages op 31 en 12 procent. Opvallend is overigens dat de respectievelijke percentages in het slechtste jaar, 2009, op 11 en 7 procent lagen.
Boer schat conditie vaak te hoog
De ideale conditiescore ligt bij koeien op dag 100 tussen de 2,75 en 3,00 en bij het afkalven dient dat 3,50 tot 3,75 te zijn. Koeien mogen de eerste honderd dagen van de lactatie dus eigenlijk niet meer dan 0,75 punten aan conditie verliezen. Pijl geeft aan dat bedrijfsvreemde personen de conditie vaak beter inschatten dan de veehouders zelf, die schatten de conditie vaak te hoog. „Het gaat namelijk niet om buikomvang, maar om vleesaanzet.”
Sterke relatie BCS en Mortellaro
Bij 82 procent van de dieren blijkt de conditiescore te laag, die dieren zijn te mager. Pijl heeft becijferd dat het aantal klauwproblemen bij een stijgende lichaamsconditiescore (BCS) afneemt. Zo komen zoolbloedingen in 59 procent van de gevallen voor bij koeien met een conditiescore van 1,25 tot 1,50. Bij koeien met een BCS van 3,75 of meer is dat slechts 12 procent. De ziekte van Mortellaro komt in de eerste categorie in 52 procent van de gevallen voor, in de laatste categorie is dat maar 2 procent.
Pijlse rotatie
Niet alleen het vóórkomen van de aandoeningen wordt minder bij het toenemen van de lichaamconditie, ook de hevigheid van de aandoeningen wordt minder. In het artikel spreekt de klauwverzorger ook over de ‘Pijlse rotatie’. Daarmee bedoelt hij dat de binnenklauw van de achterpoot verder naar voren steekt dan de buitenklauw, de binnenklauw draait zich als het ware om de buitenklauw heeen en ook deze aandoening komt aanmerkelijk meer voor bij magere dieren.
Tekst: Anne Hiemstra