Van Dam al in juli op de hoogte van afwijzing fosfaatplan
In het debat in de Tweede Kamer van donderdag 1 december beweerde Van Dam dat het afwijzen pas na de zomer duidelijk werd. In het nachtelijk debat stelde de staatssecretaris: „Direct na aanvaarding van het wetsvoorstel door de ministerraad op 2 juni van dit jaar, is het overleg in Brussel verbreed, ook met de mensen van de Commissie die zich met staatssteun bezighouden, conform de reguliere gang van zaken in dit soort procedures. Pas na de zomer, medio september, werd duidelijk dat de Europese Commissie het fosfaatrechtenstelsel niet als geoorloofde staatssteun wilde zien. Vanzelfsprekend is daar vervolgens zeer intensief met de Europese Commissie op alle niveaus over gesproken, dus ook op mijn niveau. Helaas was de conclusie van al die contacten dat de Europese Commissie bij haar oordeel bleef."
Maar volgens de Europese Commissie zelf was de afwijzing al op 7 juli bekend - ruim twee maanden eerder dan de staatssecretaris aangaf. In antwoord op vragen van Annie Schreijer-Pierik liet Commissaris Vestager weten:
„Op 14 juni 2016 hebben de Nederlandse autoriteiten e Commissie in kennis gesteld van de geplande invoering van een systeem van verhandelbare fosfaatproductierechten voor melkvee en hebben ze verzocht de potentiële staatssteunaspecten van dit nieuwe systeem te bespreken. Tijdens de eerste bijeenkomst met de Nederlandse autoriteiten op 7 juli 2016 heeft de Commissie de Nederlandse autoriteiten ervan in kennis gesteld dat de voorgestelde regeling niet in overeenstemming was met de richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014-2020."
