Fosfaatplan zuivel: naast kortingsregeling ook bonus
De referentie op basis van productievolume is de gemiddelde melkproductie over het kalenderjaar 2015, min 4 procent. Deze productie wordt geijkt op het leveringspatroon 2016. Bedrijven die in 2017 op maandbasis boven dit referentievolume leveren, krijgen een korting van minimaal 90 procent van de 'kale' melkprijs.
GVE
Als alternatief mogen ondernemers ook kiezen voor een referentie op basis van het aantal grootvee-eenheden op 2 juli 2015, min 4 procent. Elke maand wordt de veebezetting vergeleken met deze GVE-referentie. Elke GVE te veel staat voor 800 kilo melk, ongeacht de productie per koe. Op deze kilo’s melk is eveneens de 90 procent-kortingsregeling van toepassing.
Wanneer veehouders onder de GVE-reductieregeling dieren afvoeren, moeten zij dit aantonen middels een export-, dood- of slachtverklaring. Voor specifieke knelgevallen zoals starters of bedrijven die sinds 2 juli 2015 sterk gegroeid zijn, wordt nog nader gekeken voor een oplossing.
Bonus
Melkveehouders die minder GVE’s houden, krijgen een bonus. Dit geld komt uit de opbrengst van de 90 procent-kortingsregeling. De bonus wordt uitgekeerd per GVE die minder wordt gehouden, vergeleken met die van begin oktober 2016. Het is nog niet duidelijk hoe de bonus gedurende het jaar wordt uitgekeerd.
Bedrijven die de GVE-referentie min vier procent hebben bereikt, kunnen vrijstelling vragen voor de verplichte melkgeldregeling. Deze bedrijven komen sowieso in aanmerking voor de bonus. Bedrijven die vrijstelling willen, moeten in 2017 elke maand het aantal GVE's opgeven.
AVV
Op dit moment wordt er gewerkt aan een algemeen verbindend verklaring (AVV), zodat alle zuivelfabrieken dezelfde regeling kunnen toepassen. De definitieve aanvraag wacht op een besluit van ZuivelNL. Daarna moet de verklaring worden voorgelegd aan de Europese Commissie, zodat het ministerie van Economische Zaken de AVV vervolgens kan vaststellen.
Grondgebonden en biologische melkveehouders krijgen in het huidige planvoorstel geen uitzonderingspositie. Reden is dat de sectorpartijen het fosfaatreductieplan zo veel mogelijk wilden laten aansluiten bij het in te voeren fosfaatrechtenstelsel, zoals dat op dit moment ter behandeling in de Tweede Kamer ligt. De zuivelbedrijven geven aan dat het fosfaatreductieplan kan wijzigen, als het fosfaatrechtenstelsel wordt aangepast.
Grondgebondenheid in 6e actieprogramma
De leden van de NZO stellen aan het fosfaatreductieplan ook enkele eisen. Eén van de eisen is dat grondgebondenheid moet worden opgenomen in het 6e actieprogramma Nitraatrichtlijn voor de derogatie 2018-2021. Specifiek willen zij daarbij ook aandacht voor de grondgebonden positie van de biologische sector.
Tekst: Sjouke Jacobsen
Begon na de HAS zijn loopbaan in de fokkerij en veevoedingsbranche. Sinds 2014 werkzaam voor Agrio, vanaf 2022 als freelance vakredacteur. Benut zijn praktijkervaring in de melkveehouderij voor Melkvee.nl en Vakblad Melkvee.
Tekst: Wim Gruisen
Beeld: Ellen Meinen