Van Dam blijft vaag over inzet in Brussel
Na de afwijzing van het fosfaatrechtenplan door Brussel, is van alle kanten de vraag gerezen of Van Dam er alles aan heeft gedaan, en zal doen, om de derogatie te redden. In de Tweede Kamer twijfelen verschillende partijen ook aan de inzet van de staatssecretaris. Tijdens het begrotingsdebat vroegen ze hem dan ook om te vertellen wat hij had gedaan en met wie hij had gesproken. D66, SGP, CDA en de ChristenUnie verdrongen zich voor de interruptiemicrofoon, maar Van Dam weigerde details te geven.
Persoonlijke inzet
Het debat over de fosfaatrechten is volgende week donderdag, maar veel kamerleden wilden nu al informatie hebben. “Ik wil van de staatssecretaris weten of hij de boel in de hand heeft,” zei Fatma Koser Kaya (D66). “Dat gevoel heb ik niet en die zekerheid biedt hij niet.” “Ik wil de informatie over de persoonlijke inzet van de staatssecretaris nu hebben, voor we volgende week het debat ingaan,” stelde Jaco Geurts (CDA). “Als wij volgende week vertrouwen willen in het vervolg, hebben we dit gewoon nodig.” Van Dam antwoordde dat hij had aangegeven wanneer de Commissie op de hoogte was gebracht, maar dat ging de vragenstellers niet ver genoeg.
“We krijgen wel technische informatie over wanneer Brussel per brief is geïnformeerd,” zei Elbert Dijkgraaf (SGP), “maar iedereen die een beetje langer in Den Haag en in Brussel rondloopt, weet dat de betrokkenheid van de staatssecretaris zelf essentieel is om op het allerhoogste niveau te onderhandelen over oplossingen. Onze indruk is dat er heel veel gewisseld is op ambtelijk niveau, maar niet of nauwelijks op het niveau van de staatssecretaris. Wij willen weten wat de staatssecretaris zelf heeft gedaan en op welk moment.”
Van Dam antwoordde dat hij regelmatig met verschillende Eurocommissarissen contact heeft gehad, onder andere met commissarissen Hogan (landbouw) en Vella (milieu – dat departement gaat over de derogatie), zeker tijdens het Nederlands voorzitterschap, maar weigerde een overzicht te sturen met wie hij wanneer heeft gesproken. “Het is niet gebruikelijk dat ik de Kamer daarover informeer. Dat ga ik dus ook niet doen.”
Uiteindelijk brak de Kamervoorzitter het debat hierover af. “We blijven hierover de standpunten herhalen. Volgende week heeft u een debat over fosfaatrechten; dan kunt u al uw vragen stellen.”