Areaal snijmaïs daalt verder
De afname is voornamelijk het gevolg van de derogatie-eis: bij boeren die daaraan meedoen, moet minimaal 80 procent van de bedrijfsoppervlakte bestaan uit grasland. Voor 2014 was dat 70 procent.
De oppervlakte korrelmais kromp eveneens, van 11.000 naar 9.000 hectare. Ook werd er minder CCM geteeld: in 2015 nog 4.600 hectare en dit jaar 3.900 hectare.
34,8 ton per hectare
Het CBS becijfert tevens de bruto opbrengst per hectare. Dit jaar viel de landelijk gemiddelde maïsoogst wat tegen, met 34,8 ton product per hectare. Vorig jaar kwam er door de bank genomen 35,6 ton van een hectare, in 2010 zelfs 45 ton.
Grote verschillen
Regionaal waren er dit seizoen wel grote verschillen, zegt hoofd productmanagement Toine Heijmans van Agrifirm. ,,In Noord-Nederland waren de sleufsilo's te klein; de maïs had veel massa. Daar kwam wel 15 à 20 ton drogestof van een hectare. In Zuid-Nederland was dat eerder 10 tot 15 ton.”
In het Zuiden had de maïs in het begin van het seizoen te lijden onder de vele regen, zeker de wat laat gezaaide maïs. Daarna verliep de zomer tamelijk droog. De maïs rijpte sneller af dan menig boer in de gaten had. De maïs werd relatief wat droger geoogst, vertelt Heijmans. ,,Daardoor is het kolfaandeel wel hoog; kwalitatief is die maïs prima.”
Ruim aanbod
Het snijmaïsaanbod is ruim. Dat er steeds minder snijmaïs wordt geteeld (in 2010 zat het areaal nog dicht tegen de 229.000 hectare) wil namelijk niet zeggen dat het aanbod nu krap is en/of dat de vraag toeneemt. Er is afgelopen jaar namelijk heel veel gras gewonnen, aldus Henk Spronk van Agrifirm.
,,Daardoor is de ruwvoerpositie van veel melkveehouders goed. De liquiditeitspositie is echter veelal matig”, geeft hij aan. Hierdoor kijken boeren die voldoende gras hebben naar alternatieven voor de aankoop van snijmais om op die manier meer gras in het rantsoen op te kunnen nemen.
Spronk noemt als voorbeeld enkelvoudige droge grondstoffen en vochtige voeders zoals aardappelpersvezels, -snippers of perspulp. Vergeleken met snijmais geven deze producten minder verdringing van gras. Bovendien zijn ze relatief aantrekkelijk geprijsd.
Ook ziet Spronk dat melkveehouders die mais willen voeren, dit meer verdeeld over het jaar ontvangen om zodoende ook de betaling wat te kunnen spreiden. ,,Als de stijging van de melkprijs doorzet, zal de vraag naar snijmaïs ook weer aantrekken”, verwacht hij.