'Elke veehouder moet zijn eigen reststromen verwerken'
Van den Hengel composteert kort en laat 'de rest van het werk door de wormen op het land doen'. „De boer moet de compost 'lekker' voor de bodem maken”, zegt hij.
Hij voelt zich gesterkt door de theorie van de Ladder van Lansink. Die ladder stelt storten, verbranden en energie maken van afvalstromen op een hoger milieubelastingsniveau dan recycling en hergebruik. „De overheid zou meer moeten kijken naar de Ladder van Lansink”, aldus de melkveehouder.
Meer energie
Volgens Van den Hengel heeft het bodemleven de extra energie uit kort gecomposteerde reststromen nodig om het gewas beter te laten groeien. Hij verkreeg een mooiere compost door mest en plantaardig materiaal te mengen.
Verder voegt hij steenmeel toe om de minerale afvoer met producten te compenseren. Hij ziet ook mogelijkheden met fermenteren van afval. Dat wordt ook minder warm en geeft het bodemleven meer voeding. Wageningen Universiteit en Research doet een proef met Bokashi op het bedrijf van Van den Hengel.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes