Laatste melk na halve eeuw leveren niet opgehaald door FrieslandCampina

De frustratie over het afscheid van de coöperatie na een halve eeuw is groot. „We hebben altijd kwalitatief goede melk geleverd en dan word je zo aan de kant gezet”, reageert Ivonne Boom, de partner van melkveehouder Tjits Agricola.

Het grootste deel van de 55 melkkoeien is inmiddels opgehaald. Een kleine helft is woensdag naar de nieuwe eigenaar gegaan. Circa tien koeien blijven op het bedrijf om melk te leveren voor de dertig Belgische Blauwe-mestkalveren, die straks op het bedrijf komen.

Certificaten

FrieslandCampina was niet te vermurwen, aldus Boom. „Als we weer wilden leveren, moesten we opnieuw lid worden en de certificaten nog een jaar lang houden. Voor ons is dat geen optie. De bank wil ook geld zien, dus willen wij op onze beurt ook graag het geld uit de certificaten hebben.” Het meest steekt dat FrieslandCampina na beëindiging van het lidmaatschap niet langer de melk wilde ophalen. „De officiële regels zouden dan worden overtreden.”

Een woordvoerder van FrieslandCampina zegt „de situatie uiteraard te betreuren”. „Ons beleid is juist erop gericht dat wij altijd in goed overleg met een lid afspraken maken over de beëindiging van zijn of haar lidmaatschap en dus ook over het ophalen van de laatste melk”, geeft de woordvoerder aan. „We willen altijd voorkomen dat melk niet wordt opgehaald. Maar uiteindelijk bepaalt het lid zelf of hij of zij van de door ons geboden oplossing gebruik wil maken.”

Farmel

Na wat rondbellen langs andere fabrieken kon de veehouder zijn melk uiteindelijk bij Farmel uit Emmeloord kwijt. Twee tanks zijn nu geleegd. „Farmel was heel vlot. Als het nodig is, komen ze nog een derde of vierde keer. Andere fabrieken zagen het ophalen van een kleine hoeveelheid melk niet zitten.”

Na het plaatsen van een bericht op haar Facebook-pagina kwamen reacties waaruit bleek dat de maatschap Agricola-Boom niet de enige is die soortgelijke ervaringen heeft. De aantallen liters die andere melkveehouders kwijt moesten, zijn in sommige gevallen aanzienlijk groter. „We moesten de melk maar in de put laten lopen, maar dat doe je natuurlijk niet.”

Versleten knieën

Na vijftig jaar stoppen Agricola en Boom hun melkveehouderij. Versleten knieën maken de dagelijkse gang van de melkput zwaar en „het wordt er niet beter op”. Op zijn 67ste wil Agricola nog niet helemaal stoppen met werken, vandaar dat hij op mestkalveren overstapt.

Vanaf 1972 wekte hij samen met vader Theo Agricola in het melkveehouderijbedrijf, dat hij vanaf 1994 alleen runde. De beide dochters willen het bedrijf niet overnemen.