Brief fosfaatrechten schept geen duidelijkheid
Ook het aantal fosfaatrechten dat ondernemers krijgen en de grootte van compensatie bij grondgebonden zijn niet bekend gemaakt. De berekening van deze cijfers is afhankelijk van een aantal factoren die volgens de staatssecretaris nog niet allemaal bekend zijn. Een belangrijk gegeven daarbij is de actuele fosfaatproductie per bedrijf op 2 juli 2015. RVO is nog bezig om deze gegevens te controleren. Hoe meer rechten worden uitgegeven, hoe meer de overheid zal moeten korten om in 2018 onder het fosfaatplafond te komen. Ook de latente plaatsingsruimte bij grondgebonden bedrijven speelt een rol; hoe meer ruimte daar is, en hoe meer grondgebonden bedrijven worden ontzien, hoe meer er uiteindelijk bij andere bedrijven moet worden afgeroomd.
Eerder had Van Dam aangegeven dat het generieke afromingspercentage tussen de 4 en de 8 procent zou liggen, maar volgens de huidige brief kan dat percentage ook hoger uitvallen. Van Dam streeft naar maximaal 8 procent, maar kan niet garanderen dat er niet meer wordt afgeroomd.
Geen afroming bij overdracht binnen familie
Bij transacties van fosfaatrechten wordt standaard 10 procent van de rechten afgeroomd, die worden opgeslagen in een fosfaatbank. In een eerder stadium was er sprake van dat deze afroming ook voor opvolging in de familie zou gelden, maar dat is nu teruggedraaid. Overdracht van fosfaatrechten aan eerste-, tweede- of derdegraads boed- of aanverwanten is nu vrijgesteld van afroming.
Lees hier de hele brief van Van Dam over wetsvoorstel fosfaatrechten.