Harmen Endendijk verdedigt grupstal in tweegesprek met Thieme
Harmen: “Wij zijn van mening dat we onze dieren het beste kunnen verzorgen als ze op stal staan. We leggen ze in een dik strobed, ze hebben een ventilator boven zich en een airco. En ze hebben geen last van insecten. Vooral vliegen zijn in de zomer een verschrikking in het weiland.” Marianne schiet in de lach: “De natuur wordt altijd als een verschrikking gezien.” “Nou,” reageert Harmen, “je moet wel oppassen dat je natuur en dierenwelzijn niet met elkaar verwart. Dat eerste is wel wreder dan je haar nu voorstelt. Daar komt bij: een koe is een gewoontedier, die wil elke dag hetzelfde. Je moet een koe niet vermenselijken in de zin van: de koe heeft vandaag wel zin in een dagje zon of wat ander eten.” Marianne fel: “Niemand hier aan tafel wil een koe vermenselijken, maar we moeten hem ook niet ‘verdingelijken’, want dat is wat je doet. Een koe heeft ruimte nodig om een groepshiërarchie te bepalen. En dat ze vaststaan, betekent nog meer beperking!” Merkt Harmen iets van die beperking bij zijn koeien? “Nee, ze worden er juist gelukkiger van. Vooral de koeien die anders ondergeschikt zouden zijn in een kudde, hebben nu veel minder te lijden.”
Een eigen plek, geen stress, geen klauwproblemen, geen last van vliegen... dat klinkt wat betreft welzijn wel goed! Maar nee, vindt Marianne. “Dat is een vermenselijking van wat welzijn is. Men denkt dan: ‘Als een koe maar een aircootje en een lekker matrasje heeft, ben je goed bezig.’ Maar zo is het niet. Bij onderzoeken zien we dat als koeien de keuze hebben, ze kiezen voor weidegang. Altijd. Met mededogen en respect omgaan met dieren, betekent dus dat je ze niet opsluit, maar naar buiten laat gaan.”
Klik hier om het complete artikel te lezen: