Samenspel bodem en gewasrotatie bij stikstofefficiëntie
„Er zijn grote verschillen tussen stikstofoverschotten bij teelten. Van de gebruiksnorm blijft een deel werkzame stikstof over en een rest. Granen zijn efficiënt. Bij andere gewassen, zoals broccoli, zie je dat er veel achterblijvende gewasresten zijn.” Die ‘rest’ kan de teler proberen zo nuttig mogelijk in te zetten in de volgteelt. Daarbij gebruikt de volgende teelt de stikstofnalevering, waarvoor Van Dijk verwijst naar de cijfers in het Handboek Bodem en Bemesting.
„Een gewas met een hoge stikstofbehoefte of een gewas dat lang groeit kan de achtergebleven stikstof optimaal benutten, of een diep wortelend gewas kan je afwisselen met een ondiep wortelend.” Het principe van een vanggewas is dat het achterblijvende stikstof kan opnemen, de winter overtillen en dan, na inwerken, ten goede komen aan het volgende hoofdgewas.
Late zaai vanggewas
Metingen bewijzen dat zelfs een laat gezaaid vanggewas nog bijdraagt aan stikstofefficiëntie. Als voorbeeld geeft Van Dijk een in de herfst gezaaide rogge of wintergerst. Die pakt bij zaai in eind september 43 kilo stikstof, maar lukt het om pas in de derde week van oktober te zaaien, dan is de stikstofvastlegging wel lager, maar met 28 kilo toch nog de moeite waard. „Late zaai geeft dus nog een redelijke opname.”
Bouwplanaanpassingen, zoals een lager renderend rustgewas op een eerdere oogst van een rooivrucht, kunnen in eerste instantie op korte termijn een lager economisch resultaat betekenen. Van Dijk denkt dat er echter ook enige compensatie zit in de voordelen voor de bodem op langere termijn. Een vroege oogst van een hoofdgewas vraagt volgens Van Dijk wel om een goed op de bodemgezondheid afgestemde keuze van een volgend vanggewas of rustgewas.
Het geven van een startgift voor een vanggewas ziet Van Dijk meestal niet zitten, tenzij het een situatie is waarbij een hele arme stoppel het uitgangspunt van deze teelt is. De onderzoeker verwacht bij een te vroege aardappeloogst verlies van stikstofopname en meer stikstof in achterblijvend blad. „Bij aardappelen zie je een sterke redistributie van nutriënten uit het blad naar de knol.”
Strategie 2023
Voor de teelten van het volgende seizoen raadt Van Dijk telers aan nog beter te kijken naar de nalevering van stikstof en die maximaal te gebruiken en bijbemesting daarop af te stemmen. Zo is na het scheuren van grasland een keuze voor het volggewas van belang. Dat gewas moet zoveel mogelijk doen met de sterke nalevering van nutriënten uit de ondergewerkte zoden.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes