Mestkelder kan nu leeg
Ook is er meer drijfmestvoorraad dan normaal in de natte gebieden in Nederland. In deze tijd van het jaar is het neerslagtekort doorgaans het grootst en de bodem te droog om mest efficiënt te kunnen aanwenden. Maar dit jaar is hier geen sprake van, enkele kustgebieden uitgezonderd. Het wisselvallige weer houdt ook de komende week aan. Wellicht dat de omstandigheden om mest uit te rijden daarna minder worden want de vijftiendaagse weersverwachting toont zonnig en droog weer, al is die prognose nog erg onzeker.
Kali op maaipercelen
Maak daarom nu de balans op en wacht niet tot na de vierde snee, luidt het advies. Dan hoef je niet in november nog gras te maaien. Houd rekening met kali. Te hoge giften kan de diergezondheid schaden. Maar vooral op maaipercelen, zeker op lichtere grond, is het van belang voldoende kali te geven. Op percelen die de afgelopen periode niet bemest konden worden, is de kans op een kaliovermaat klein. De CBGV heeft in het bemestingsadvies de stifstofwerkingscoëfficiënten en de nawerking van dierlijke mest beschreven, in hoofdstuk 1.3 in de adviesbasis. Houd hiermee rekening bij een aanvullende kunstmestgift.
Smakelijker gras
Het algemene advies blijft: Geef de laatste dierlijke mest op gras bij voorkeur voor half augustus en bouw de overige N-bemesting in de vorm van kunstmest af tot uiterlijk 15 september. Benut zo de N-mineralisatie uit de bodem. Zo voorkom je te veel nawerking van dierlijke mest in het najaar. Overigens lijkt het erop dat in natte gebieden de mineralisatie minder effect heeft dan normaal. Tijdig bemesten geeft herfstgras met een wat lager ruw eiwit-gehalte en een hoger suikergehalte. De koeien vinden dat smakelijker en nemen het dus beter op. Uit de metingen van het Stichting Weidegang netwerk blijkt dat het lage ruw eiwitgehalte van de afgelopen weken is verdwenen. Het suikergehalte is voldoende. Wel is er erg veel variatie in VEM-waarde, die gemiddeld 950 bedraagt per kilogram drogestof.