Antwoord GD-dierenarts op meest prangende vragen blauwtong

Vraag 1: In België is momenteel veel aandacht voor blauwtong. Zij meldden in verschillende media dat de dreiging op verspreiding van het virus hoog is.
Wat adviseert GD Nederlandse melkveehouders?
Antwoord GD: Veehouders die dat willen kunnen vrijwillig vaccineren met geïnactiveerd vaccin tegen BTV-8. Het vaccin is beperkt beschikbaar bij verschillende fabrikanten. Veehouders die kiezen voor vaccinatie beschermen daarmee hun dieren, onafhankelijk of andere veehouders vaccineren.
Vraag 2: Moeten veehouders dan massaal overgaan op enten?
Antwoord GD: Veehouders kunnen er zelf voor kiezen hun dieren te beschermen door vaccinatie. Massaal vaccineren is van belang als we de ziekte niet willen inslepen in Nederland of bij insleep verspreiding willen stoppen. Deze keuze is niet gemaakt. Veehouders kunnen er zelf voor kiezen om vrijwillig te vaccineren.
Vraag 3: Bestaat er gerede kans op een verspreiding in Nederland?
Antwoord GD: In Nederland hebben we sinds 2009 geen besmettingen van bluetongue meer aangetoond. Dieren geboren vanaf 2009 hebben geen afweerstoffen meer door een infectie met het veldvirus BTV-8 (en niet tegen andere serotypen). Dieren met afweerstoffen door een infectie voor 2009 met het veldvirus zullen nog beschermd zijn tegen herinfectie.
Tot en met 2010 is er in Nederland door sommige veehouders nog gevaccineerd met geïnactiveerd BTV-8 vaccin. Gevaccineerde dieren zullen in de testen nog afweerstoffen hebben, maar zijn volgens de bijsluiter van het vaccin niet meer beschermd tegen een infectie met BTV-8.
Dus het gros van de Nederlandse rundvee- en schapenstapel is weer gevoelig voor het bluetongue-virus als de infectie in Nederland komt.
Vraag 4: Hoe groot is de kans op een infectie?
Antwoord GD: Dat is onbekend.
Vraag 5: Wat kunnen boeren er aan doen? (opstallen, enten, desinfectie, wat te doen met water, poeltjes, etc.?)
Antwoord GD: Veehouders kunnen preventief op dit moment weinig doen om contact met knutten te voorkomen (knutten zijn de verspreiders van de ziekte; zieke dieren kunnen elkaar niet besmetten). Uit GD-onderzoek blijkt dat dieren gehuisvest in stallen met grote ventilatie openingen de kleinste kans hebben om door knutten gestoken te worden. Gebruik van insecten werende middelen heeft maar zeer beperkt effect tegen knutten. Vrijwillige vaccinatie is mogelijk.
Knutten hebben maar zeer kleine hoeveelheden water nodig voor vermenigvuldiging (natte composthopen, water in boomstronken, blad-oksels, etc). In het milieu is daarom weinig tegen vermenigvuldiging van knutten te doen.
Vraag 6: Is de kans op knutten die hier overleven groter gezien de klimaatomstandigheden? Zoals nu ook in het nieuws is dat we kampen met een muggenplaag? warme winter, nat voorjaar.
Antwoord GD: De knutten die BTV-8 verspreiden (C. dewulfii en C. obsoletus) komen gewoon in het Noord-Westen van Europa voor. Het hangt er dus vanaf of het virus wordt ingesleept, de knutten zijn er gewoon.
Vraag 7: Het lijkt of deze discussie niet zo speelt in Nederland. Klopt dat? hoe komt dat? zou dat wel moeten?
Antwoord GD: Veehouders weten dat ze vrijwillig mogen vaccineren. Ze wachten af of de infectie dichterbij komt. Gezien de economische situatie in de rundveehouderij is een afwachtende houding niet onlogisch.
Tekst: Monica van der Hall, Gerda Wijers, GD