‘Genoomonderzoek kalf over vijf jaar routine’
Hetzelfde genoomonderzoek dat bij stieren wordt gedaan, kan ook worden toegepast op vaarskalveren. Ook hierbij gaat het erom te bepalen welke helft van het genenpakket het kalf heeft meegekregen van vaderskant en welke van moederskant. Een veehouder ontvangt dan de fokwaarde-informatie op basis van de merkertest, plus informatie over enkele specifieke eigenschappen (bijvoorbeeld hoornloosheid of A2-melk) en erfelijke gebreken.
Vroeg stadium selecteren
Met die informatie in de hand kan een veehouder beslissen of het pasgeboren kalf een potentiële topper is, in de middenmoot zit of onderaan bungelt. „Dat maakt het mogelijk om al in een vroeg stadium te selecteren in het jongvee: met welk kalf wil ik verder?” schetst Bertil Muller van CRV. „Vooral de invoering van fosfaatrechten dwingt boeren nu om scherper te selecteren, om binnen die beperking maximaal te kunnen produceren. Een kalf dat je niet opfokt, bespaart 1.500 euro aan opfokkosten. Op de plekken die vrijkomen, kunnen dan producerende melkkoeien staan.”
Lees meer over genoomonderzoek en reacties van andere fokkerijspecialisten in de eerstvolgende editie van Melkvee.