Weiden in het voorjaar leidt tot laagste methaanemissie
In twee proeven van elk drie perioden (voorjaar, zomer, najaar) vergelijkt WLR de methaanemissie van melkkoeien op een rantsoen bestaande uit volledig graskuil, volledig vers gras op stal (zomerstalvoedering) en volledige weidegang. Daarnaast maken de onderzoekers onderscheid in kort en lang gras bij overdag weiden met ’s nachts graskuil op stal.
Op Dairy Campus zijn verschillende proefpercelen met grasland aangelegd. In april, juni en augustus zijn de methaanemissies gemeten bij graskuil, vers gras op stal, en dag en nacht weiden in drie groepen van 16 koeien. In mei, juli en september werden de methaanemissies bij kort weidegras (ongeveer 900 kg ds/8 cm) en bij langer weidegras (ongeveer 1.700 kg ds/15 cm) gemeten.
Korter gras, minder emissie
In zowel het voorjaar van 2020 als van 2021 was de methaanemissie het laagst bij volledig weiden. In 2020 was de emissie ook in de zomer en het najaar lager dan bij graskuil en zomerstalvoedering. In 2021 is dit verschil niet aangetoond tijdens deze perioden. Ook werden de verschillen in methaanemissie tussen beperkt weiden op kort en lang gras onderzocht. In 2020 was de methaanemissie lager bij koeien die graasden op gras met een korte groeiduur. Ook in 2021 leek de emissie lager op kort gras, maar de verschillen waren erg klein, aldus de onderzoekers.
Dit jaar graasden de koeien ook weer tot half oktober buiten op de Dairy Campus en daarmee is de proef van 2022 afgerond, zo meldt het onderzoeksinstituut. Voor een goede vertaling naar de praktijk onderzocht Wageningen Livestock Research in 2022 naast volledige weidegang, ook de methaanemissie bij koeien die beperkt weiden en beperkt zomerstalvoedering en daarnaast graskuil bijgevoerd kregen. Daarnaast werd dit jaar het effect van smalle weegbree op de enterische methaanemissie tijdens volledige beweiding onderzocht. De volledige onderzoeksresultaten worden binnenkort gepubliceerd.