Landbouwministers niet mee met vergezichten Van Dam
"Uiteraard lopen de inzichten, zeker omdat we aan het begin van dit traject staan, nog uiteen", schrijft de staatssecretaris in de brief. Van Dam had voorgesteld om de inkomenssteun aan boeren te vervangen door subsidie voor boeren die maatschappelijke doelen bereiken. Maar dat gaat andere landen een stap te ver; Van Dam geeft aan dat verschillende lidstaten vinden dat een goed inkomen voor de boer het primaire doel van het GLB moet blijven. In de brief geeft hij niet aan hoeveel lidstaten, of welke, dat dan zijn.
De landen zagen wel een rol voor de landbouw bij het bijdragen aan de oplossing voor maatschappelijke opgaven als bijvoorbeeld milieu, klimaatopwarming en voedselveiligheid. Maar ze vroegen zich af of dat ook op Europees niveau geregeld moet worden. Sommige lidstaten vinden dat die zaken op nationaal niveau kunnen worden aangepakt, maar andere wezen op het gelijke speelveld, dat bij een nationale aanpak wordt verstoord.
Ook het idee om het GLB om te vormen tot een gemeenschappelijk landbouw- en voedselbeleid kreeg niet veel steun - mede omdat het primaire doel van het beleid inkomenszekerheid voor de landbouw moet blijven. Daarnaast vonden ministers dat eerst het huidige GLB goed moet worden geïmplementeerd voordat ze verder willen kijken naar nieuwe hervormingen. Het GLB is al sterk verbonden met het voedselbeleid, en landen vroegen zich af of dat nog verder moet gaan. Wel moet het GLB bijdragen aan voedselzekerheid.
Steun voor innovatie en marktondersteuning
De ministers gingen wel met Van Dam mee in het inzicht dat er moet worden ingezet op innovatie. Maar daarbij moet wel gekeken worden welke doelen daarmee bereikt moeten worden; de innovatie moet geen doel op zichzelf worden. Een ander gedeeld inzicht is dat een nieuw GLB breder moet inzetten op verduurzaming.
Daarnaast volgden veel lidstaten, geïnspireerd door de huidige marktsituatie, Nederland in het idee dat het GLB een vangnet moet zijn voor de inkomens van boeren. Maar hoe dat precies moet worden vormgegeven is nog niet duidelijk. Van Dam had, provocerend, ingebracht dat de EU weer terug zou moeten gaan naar prijsondersteuning, maar weinig landen hapten. Ideeën die wel de ronde deden waren een verbetering van de concurrentiekracht van boeren, een betere positie in de keten, en nieuwe instrumenten om met marktfluctuaties om te gaan.