Tiptop speentop
De speen is het enige onderdeel van het lichaam van de melkkoe dat meerdere malen per dag in contact komt met de melkmachine. Als de koe niet wordt gemolken bevinden de spenen zich ook vaak in een kiemrijke omgeving gezien de omgeving met bevuilde klauwen, vloer en ligbed nooit steriel schoon is. Ook is de kans aanwezig op beschadiging of trauma aan de relatief kwetsbare spenen. De speentop vormt een fysieke barrière tussen de buitenwereld en het uierweefsel, en daarom dient deze in uitmuntende conditie te zijn om te voorkomen dat er mastitis optreedt!
De top van de speen, bestaande uit de tepelhuid (1), het slotgat (2) en het tepelkanaal (3), vormt de eerste barrière tegen binnendringende bacteriën. Hoe beter de kwaliteit van de eerstelijns verdediging, des te minder bacteriën het uier kunnen binnendringen!
Een gezonde tepelhuid (1) biedt een prima bescherming tegen indringers. Het moet bestand zijn tegen de krachten die vrijkomen tijdens het melken of tijdens het zogen van het kalf. En ook weer flexibel genoeg zijn om gedurende het melken te vullen en leeggedrukt te worden. Wordt het evenwicht doorbroken als gevolg van een beschadiging door bijvoorbeeld een speenbetrapping of verschraling vanwege een agressief boxreinigingsmiddel, dan wordt de kans op een infectie ook meteen een stuk groter.
Het tepelkanaal (3) is de enige opening naar het melkklierweefsel en wordt afgelijnd met een laagje huid dat keratine afscheidt. Keratine is een soort wax met een antibacteriële werking. Door het dagelijks melken wordt de speen niet afgesloten met deze wax, maar bij ongeveer de helft van de droge koeien is de speen binnen een week na droogzetten afgesloten door deze waxlaag. Dit biedt dan een bescherming tegen opklimmende infecties.
Het slotgat (2) is de buitenzijde van het tepelkanaal. De opening in het slotgat kan worden samengetrokken door een ring van elastisch weefsel en spieren (sfincter). Het sluiten van het slotgat voorkomt dat de koe melk lekt. Tijdens het melken zorgt de melkstroom ervoor dat er geen bacteriën het uier binnen kunnen dringen. Kort voor het melken en tot ongeveer een half uur na het melken, is de sfincter echter nog steeds ontspannen. De kans op een opklimmende besmetting met bacteriën is dan groter, zeker in een omgeving met een matige hygiëne. Vandaar dat deskundigen hameren op een goede hygiëne in de wachtruimte of in de entree van de robot en dat koeien niet direct na het melken kunnen gaan liggen. Het advies is om tot zeker 30 minuten na het melken de koeien te laten staan.
Als reactie op de krachten tijdens het melken, kan de speenpunt vereelten of zelfs gaan uitstulpen. Een milde vereelting is normaal voor een hoog productieve koe. Er kunnen 4 scores worden gegeven aan de mate van vereelting en uitstulping van de speenpunt.
Sterk vereelte en uitstulpende speenpunten herbergen vaak grote aantallen bacteriën en zijn vaak ook pijnlijker, wat weer leidt tot meer onrust tijdens het melken. Koeien met een afwijkende speenpunt zullen vatbaarder zijn voor mastitis en een hoog celgetal.
Iedere dag ziet u de spenen van uw koeien, maar hoe krijgt u nu een beeld hoe het zit met de speentopkwaliteit van uw veestapel?
Turf tijdens het melken iedere koe met één of meerdere afwijkende speenpunten. Indien 10% of een hoger aandeel van de koeien een score 3 en score 4 hebben, dan is het tijd voor actie! Want u streeft toch ook naar een tiptop speentop?
Wilt u meer informatie over hoe u mastitis op uw bedrijf kunt voorkomen? Neem dan rechtstreeks contact op met een van onze dierenartsen: Jessica Hartjes, 06-3800 8533 (Nederland), Niels Groot Nibbelink (Zuid Nederland), 06-5167 4175, Ruth Meenks (Noord Nederland) 06-1370 2817, Sabine Hoogeveen (West Nederland) 06-8279 0165 of Anne-Lynn Geertshuis (Oost Nederland) 06-2046 9304.
Beeld: Hipra
Bron: Hipra