Meerderheid Kamer voor invoering Stoffenbalans in 2023
Landbouwminister Piet Adema liet in het debat weten zo snel mogelijk aan de slag te gaan met de Stoffenbalans, zodat de boer weer de regie krijgt op zijn eigen erf. En dat er voor iedere boer heldere doelstellingen zijn die de boer moet halen op zijn eigen erf. „We zijn nu aan het uitwerken op welke manier de stoffenbalans een bijdrage kan leveren aan het sturen op emissies op bedrijfsniveau en het nemen van maatregelen om de emissies te beperken, zowel managementmaatregelen als technische-innovatiemaatregelen. Het geeft prachtige handvatten aan de boer om de kringlooplandbouw verder door te ontwikkelen. Een goede uitvoerbaarheid is daarbij natuurlijk wel belangrijk", legt Adema uit. „Na het afsluiten en het loskomen van het landbouwakkoord zullen we proberen om zo snel mogelijk aan de slag te gaan met de stoffenbalans, om die op concrete bedrijven toe te passen."
Wat is een Stoffenbalans?
De Stoffenbalans van een bedrijf brengt de mineralenstromen van en naar de boerderij in kaart. Of het nu gaat over kunstmest en krachtvoer dat het bedrijf binnenkomt of over vlees, melk en mest die het bedrijf verlaten. Op basis van al deze gegevens kunnen de milieuprestaties van een individuele boerenbedrijf vergeleken worden met de voor de melkveehouderij geldende normen en regels. Het doel van de Stoffenbalans is om boerenbedrijven af te rekenen op het resultaat; het verschil tussen aan- en afvoer.
De Stoffenbalans toont veel overeenkomsten met de Minas (mineralen aangifte systeem) welke in 1998 in werking trad en als doel had het terugdringen van de mineralenverliezen uit de landbouw naar het milieu. In 2003 oordeelde het Europese Hof van Justitie dat de Nitraatrichtlijn en de uitvoering van het Minas-systeem onvoldoende geïmplementeerd waren in Nederland. Waarop de regering een nieuw mestbeleid ontwikkelde op basis van een stelsel van gebruiksnormen voor stikstof en fosfaat ter vervanging van Minas. Dit beleid trad in 2006 in werking.
In 2020 adviseerde de commissie Remkes al aan de slag te gaan met een Afrekenbare Stoffenbalans. Anno 2022 is het woordje 'Afrekenbare' naar de achtergrond verdwenen en spreekt de politiek over de Stoffenbalans. En dat laat precies zien waar de pijn ziet. Het kabinet worstelt met de vraag of de uitkomsten van stoffenbalans inderdaad juridisch hard te maken zijn. Zo niet, dan blijft voor het kabinet de mogelijkheid tot afrekenen twijfelachtig.
In april van dit jaar zag LNV-minister Henk Staghouwer geen mogelijkheden voor een Afrekenbare Stoffenbalans met regulerende heffingen als het gaat om ammoniak en broeikasgassen. Hij wilde zich wel inzetten voor een verdere uitwerking van het instrument, met name door de focus op het verbeteren van de datakwaliteit, schreef de minister destijds in een kamerbrief. De bewindsman gaf in die brief al aan in gesprek te willen met de sector.
Voor Van Campen gaat het allemaal niet snel genoeg. „Volgens mij komen we zo ergens, want ik hoor de minister ook al niet meer zeggen: de afrekenbare stoffenbalans. Daar zat namelijk altijd het bezwaar. De Kamer wilde het, de sector wilde het, maar het kabinet wilde het niet, want er waren allerlei juridische bezwaren vanwege de afrekenbaarheid daarvan. Laten we inderdaad gewoon eens beginnen met het bundelen van de informatie die bekend is over het boerenerf. Als je ziet wat een gemiddelde boer moet bijhouden aan informatie, data en gegevens op zijn bedrijf, of het nu gaat om voer, om melk, in het geval van een melkveehouderij, om verkeersbewegingen op het erf, of om mest, dan weet je dat er heel veel data bekend zijn." Met het indienen van zijn motie over welke brongegevens als input kunnen dienen voor het de stoffenbalans hoopt Van Campen wat meer vaart te zetten achter de komst van de stoffenbalans. „Dan kunnen we in 2023 gewoon met een 1.0-versie aan de slag gaan", aldus Van Campen.
Geen toezeggingen van Adema
Adema is het met Van Campen eens dat dat de vragen zijn die bij de bespreking van het landbouwakkoord op tafel moeten komen, maar toezeggen dat er al in 2023 een stoffenbalans 1.0 beschikbaar komt, doet hij niet. Adema: „Ik zeg dus niet hard toe dat er in 2023 al een stoffenbalans 1.0 komt, maar mijn inzet is erop gericht om zo snel mogelijk na het sluiten van het landbouwakkoord te starten met een stoffenbalans 1.0. Er zullen nog heel veel versies achteraan komen, maar laten we daar eens mee beginnen en laten we het doorontwikkelen, zodat we er uiteindelijk een goed, degelijk, houdbaar systeem voor hebben." Tegelijkertijd laat Adema ook doorschemeren dat hij ervan uitgaat dat de 1.0 versie geen houdbaarsysteem zal zijn en om die reden ongeschikt om consequenties aan te verbinden. „Op het moment dat we praten over een 1.0-versie, is het nog geen houdbaar systeem en is het nog moeilijk om daar consequenties aan te verbinden — daar moeten we ook eerlijk over zijn — maar daar moeten we wel mee beginnen."
Volgens mij komen we zo nergens
Thom van Campen
Van Campen is het niet met de minister eens. Hij geeft aan dat er al een aantal pilots lopen in de sector en dat veel benodigde informatie allang beschikbaar is. „Ik zou een oproep aan de minister willen doen: als we er aan zo'n tafel niet uitkomen met de sector of als er toch nog discussie is over de laatste broninformatie, hak die knoop dan door, kom met een dataset die als bron kan fungeren en begin gewoon in 2023 met een eerste versie."
Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Tweede Kamer