'Ligging overgrote deel sleufsilo's niet optimaal'
Dat blijkt uit gegevens die MBS Beton heeft verzameld met het programma Broeibreker. Hierbij legde het bedrijf met een warmtebeeldcamera de temperatuur van het ruwvoer in de sleufsilo op verschillende bedrijven vast.
Sleufsilo's met de uitkuilopening op het noorden zijn volgens MBS het minst gevoelig voor broei. Bij een opening op het zuiden of zuidwesten vormen de zon (warmte), regen en wind extra risicofactoren.
Sluitpost
Melkveehouders houden volgens MBS bij de plaatsing weinig rekening met de positie van de sleufsilo. „Sleufsilo's zijn vaak een sluitpost bij nieuwbouw en verbouw. De plaats waar ze liggen wordt pas bepaald nadat de stal is ingetekend.”
MBS merkt dat melkveehouders als vuistregel een voersnelheid van minimaal 1 meter per week hanteren om broei te voorkomen. Het bedrijf is van mening dat dit niet voldoende is. „In de praktijk blijkt de mate van broeivorming ook sterk afhankelijk van de wijze van uitkuilen en de positie van de sleufsilo.”
Meer broei bij gebruik kuilhapper
Bij een optimale situatie en bij het gebruik van machines met een scherp mes, zijn veehouders volgens MBS vijf dagen gevrijwaard van broei. De betonproducent is minder enthousiast over kuilhappers. „Wanneer gebruik gemaakt wordt van een kuilhapper, waarbij veel ruwvoer wordt losgetrokken, is er na één tot twee dagen al een verhoogd risico op broei.”
MBS Beton adviseert in dat geval een hoogte en breedte van een kuil aan te houden waarbij het noodzakelijk is om drie tot vier keer per week over de volle breedte het ruwvoer uit te kuilen.