Kritiek en lof op plannen monovergisting FC
Critici vinden de plannen niet stroken met het promoten van weidegang door de coöperatie. Een koe in de wei betekent immers geen mest in de vergister, zeggen ze. Ook twijfelen ze aan het verdienmodel.
Droog brood
Eén van de kritische noten komt van NMV-voorman Harm Wiegersma. Hij denkt niet dat boeren ervoor in de rij zullen staan. „Het verdienmodel is niet groot bij monovergisting heeft het verleden ons geleerd. Subsidies moeten bovendien niet doorslaggevend zijn. Zoiets moet kostendekkend zijn en de energieprijzen zijn al zo laag nu. Hier is geen droog brood in te verdienen.”
Wiegersma begrijpt de strategie van de zuivelcoöperatie voor energieneutrale bedrijfsvoering, maar hij vindt dat er gekeken moet worden naar andere oplossingen voor stalmest. „Het blijkt dat het digestaat heel weinig organische stof bevat. Laten we mengmest zo toepassen dat de bodem er wel iets aan heeft. Op deze manier wedden we op het verkeerde paard, want de grond schreeuwt om organische stof.”
Goed verhaal
Bedrijfsleider Van der Vegte van proefbedrijf De Marke kan zich niet vinden in de kritiek. Hij denkt dat, omdat de economische perspectieven voor de melkveehouderij op lange termijn wel goed zijn, het voor melkveehouders wel degelijk aantrekkelijk kan zijn om aan het project mee te doen. „FrieslandCampina wil boeren ontzorgen door collectief afspraken te maken over bijvoorbeeld financiering, en vergunningszaken en de installatie te regelen, en dat is een goed verhaal. De mest is vrij beschikbaar, deze bron gaat anders verloren.”
De bedrijfsleider benadrukt wel dat mono-vergisting rendabel is bij ongeveer 200 koeien. „Je moet wel minstens 7.000 tot 8.000 kuub mest hebben op jaarbasis. Maar je zou dit ook samen met je buurman kunnen doen.”
Dat de plannen niet stroken met de weidegangpromotie vindt hij te kort door de bocht. „Als een melkveehouder zich houdt aan de minimale weidegang-eis van 120 dagen van 6 uur, heb je het over 10 procent van de tijd. De meeste mest komt echt wel in de stal.”
In juni duidelijkheid
FrieslandCampina wil dat er over vijf jaar 1.000 melkveebedrijven zijn die een installatie gebruiken om mest te vergisten. Zo wil de zuivelcoöperatie de CO2-uitstoot van de melkveesector verlagen.
Volgens een artikel in Trouw wil de coöperatie eerst bij 200 boeren monovergisters plaatsen. Daarvoor moet geld beschikbaar komen uit een subsidieregeling voor duurzame energievoorziening. Hierover is de zuivelorganisatie samen met onder andere LTO Nederland in gesprek met minister Kamp. Het bedrijf verwacht hierover in juni duidelijkheid.