‘Drijfmest niet direct na inkuilen uitrijden’
Dit zegt ruwvoerspecialist Piet Riemersma, van agrarisch toeleverancier Van Iperen. Volgens hem blijkt in de praktijk dat veel veehouders direct na het inkuilen de mest al weer op het land rijden. „Het is beter dat het gras iets uitloopt alvorens de mest er op komt. Na het maaien moet de graszode zich weer herstellen. Als je dan direct na het inkuilen met de zodebemester er overheen gaat, krijgt het weer een terugslag. Door een aantal dagen te wachten, is de zode sterker.”
Niet te krap bemesten
Riemersma adviseert, tot zover de wettelijke kaders het toelaten, de tweede snede niet te krap te bemesten. „Gemiddeld genomen bepalen de eerste twee snedes ongeveer 60 procent van de graskuilvoorraad. Net als vorig jaar is de eerste snede erg laat. De verwachting is dat de kwantitatieve ruwvoeropbrengst onder de 60 procent blijft. Door de tweede snede goed te bemesten, kan er nog een inhaalslag gemaakt worden.”
Wel dient volgens Riemersma rekening gehouden te worden met de nawerking van de eerste snee. Door de weersomstandigheden is er voor de eerste snee op veel plekken laat drijfmest en kunstmest toegepast. Vervolgens bleef het voorjaar koud, waardoor de mineralisatie niet op gang kwam. Daardoor is er meer stikstof uit drijfmest, wat gegeven is voor de eerste snede, beschikbaar voor de tweede snede.
Ureumkunstmest voor drijfmestgift
Als er voor de eerste snede kunstmest gestrooid is met ammonium of een vloeibare ureumstikstof die trager werkt, minder vervluchtigt en een hoger benutting heeft, dan is er minder risico op uitspoeling geweest en is er ook nog kunstmeststikstof beschikbaar voor de tweede snede.
Het tijdstip van de kunstmestgift voor de tweede snee is afhankelijk van de kunstmestsoort. Zo adviseert Riemersma om ureumkunstmest, in tegenstelling tot KAS, juist direct na het inkuilen, voor de drijfmestgift toe te passen. Riemersma: „Ureumkunstmest is heeft een relatief lage pH, waardoor dit verzurend kan werken op de jonge grasplant. Door direct na het inkuilen kunstmest te bemesten, is het gras nog niet uitgelopen en wordt dit voorkomen.”
Zwavel ook voor tweede snee
Daarnaast stelt de ruwvoerspecialist dat ook zwavel belangrijk blijft voor de tweede snede al moet er wel opgelet worden voor overdosering. Ook de productkeuze is volgens Riemersma erg belangrijk. „Veehouders doen er verstandig aan om producten met minimaal twee keer meer stikstof dan zwavel te kiezen voor een gewenst resultaat. En indien bodem- en ruwvoeranalyses uitwijzen dat er te weinig sporenelementen aanwezig zijn, is het verstandig om extra sporenelementen te bemesten. Door de juiste keuzes te maken voor de tweede snede, kun je nog een inhaalslag maken.”