‘Preventief greppels aanleggen na maïs zaaien’
Eind 2015 kreeg Eurofins van diverse klanten vragen over de afrijping van snijmaïs. Veel maïs was namelijk nog niet voldoende afgerijpt aan het einde van het groeiseizoen.
Lagere VEM- en zetmeelgehaltes
Het seizoen 2015 kenmerkte zich door kou en droogte in het voorjaar en een natte periode in het najaar. Dit leidde volgens het Eurofins tot lagere VEM- en zetmeelgehaltes in snijmaïs. Veel maïs was nog onvoldoende afgerijpt, zeker in het Noorden van het land.
Het oogstmoment uitstellen had lang niet altijd het gewenste effect, stelt het laboratorium. De plant was namelijk vaak al afgestorven terwijl de korrel nog niet geheel gevuld was met zetmeel. Als de plant volledig afgestorven is, is de vorming van extra zetmeel nihil. Wachten heeft dan nog weinig zin. Er zijn veel percelen geweest die vorig jaar nooit rijp geworden zijn. Met zulke omstandigheden worden de verschillen tussen vroeg- en laatrijpe rassen weer goed zichtbaar, aldus Eurofins.
Bodemstructuur niet goed
Als maïstelers voor zekerheid willen gaan, is het kiezen voor een vroeg ras een optie. Toch benadrukt Eurofins dat, naast de rassenkeuze, ook het bodembeheer belangrijk is voor een goede afrijping.
Volgens Eurofins is op veel maïspercelen de bodemstructuur niet goed. Door lang te wachten met oogsten is de ondergrond vaak te nat. Er wordt vervolgens met zwaar materiaal geoogst, wat ernstige gevolgen kan hebben voor de bodemstructuur en nutriëntenvoorziening, geeft het agrarisch laboratorium aan.
Luchtgebrek belemmert kieming
Ontwatering is volgens Eurofins erg belangrijk. Door preventief greppels aan te leggen wordt voorkomen dat water lang op het land blijft staan. Er treed anders verslemping op. Als de laag opdroogt ontstaat er een slempkorst. De korst belemmert de kieming van zaad door luchtgebrek. Bovendien beïnvloedt het de waterhuishouding en draagt het in negatieve zin bij aan erosie.
Zware machines
Ook wordt er gewaarschuwd voor zwaar materiaal bij de oogst. Dit zorgt voor bodemverdichting. In de akkerbouw wordt hier volgens Eurofins al veel meer rekening mee gehouden. Daarom is het advies om te overleggen met de loonwerker wat de mogelijkheden zijn.
Bodemverdichting zorgt ervoor dat nutriënten minder goed beschikbaar zijn door het ontstaan van storende lagen en voor verslemping. Het heeft dus direct gevolgen voor de oogst van de komende jaren, stelt het laboratorium.
Gras en maïs afwisselen
Het afwisselen van gras en maïs geeft de bodem volgens Eurofins meer mogelijkheden om zich te herstellen. Moncultuur van maïs heeft een aantal belangrijke nadelen. Gras draagt meer bij aan de opbouw van organische stof en dus aan bodemvruchtbaarheid.
Bovendien is de afwisseling volgens ook goed voor het tegengaan van aaltjesproblematiek en kan een positieve bijdrage leveren in de bestrijding van onkruid. In grasland zijn zwaluwtong en haagwinde goed te bestrijden.
Bekalken verbetert structuur
Als laatste is het advies om tijdig te bekalken. Bekalken zorgt voor een betere structuur. Het is dus een goede bodemverbeteraar als maïstelers met verdichting te maken hebben, stelt Eurofins.
Eén op de drie maïspercelen op zandgrond heeft een pH onder de 5. De optimale pH voor mais op zand ligt rond de 5,5. Een te lage pH op mais kost volgens het laboratorium al snel 10 tot 20 procent opbrengst. Om de pH op zandgrond goed op peil te houden moet er regelmatig bekalkt worden. Een onderhoudsbekalking is beter voor de bodem dan een reparatie, aldus Eurofins.