Bayern Genetik laakt Deens kruisingsonderzoek
In het onderzoek zijn 600 Montbeliarde-kruislingen vergeleken met 2.500 Fleckvieh-kruislingen, afgezet tegen zuivere Holsteins. Het onderzoek is uitgevoerd door SEGES (Deens praktijkonderzoek voor de veehouderij), de universiteit van Aarhus en fokkerijorganisatie VikingDanmark.
Volgens de onderzoekers produceren de Montbeliarde-kruisingen in de eerste, tweede en derde lactatie ongeveer evenveel melk met dezelfde gehaltes als de zuivere Holsteins. De Fleckvieh-kruislingen blijven daarbij vergeleken flink achter, stellen zij.
Simmentalers
Maar volgens Stef Beunk van Fleckvieh-fokkerijorganisatie Bayern Genetik klopt dit niet. Hij stelt dat de 2.500 Fleckvieh-kruislingen waar het onderzoek betrekking op heeft, in werkelijkheid vooral kruisingen zijn met stieren van het vleesras Simmentaler.
In Denemarken is redelijk wat ingekruist met Simmentalers. Tot voor kort kregen kruislingen in de stamboekregistratie ook de letters 'SIM' achter hun naam, maar anderhalf jaar terug is dat veranderd, legt Beunk uit. ,,Sindsdien hebben ze in de registratie Simmentaler en Fleckvieh op één hoop gegooid, en worden die kruislingen allemaal als Fleckvieh geregistreerd", aldus de voorman van Bayern Genetik in Nederland.
Het Fleckvieh-ras wordt ook nog niet zo lang vermarkt in Denemarken, weet hij. ,,Er zijn misschien 700, hóóguit 1.000 kruisingen aan de melk. Terwijl er een aantal van 2.500 wordt genoemd in het onderzoek. Dat kan dus nooit kloppen."
Vleesstieren
Dat het in werkelijkheid vooral Simmentaler-kruisingen zijn die meedraaien in het onderzoek, strookt volgens Beunk ook met de gevonden resultaten. In de eerste lactatie geven de 'Fleckvieh'-kruisingen volgens de onderzoekers zo'n 343 kilo melk minder dan de Holsteins. In de tweede en derde lactatie wordt het gat met zuivere Holsteins nog groter, met een melkopbrengst die respectievelijk 625 en 737 kilo lager ligt. Daaruit blijkt volgens Beunk duidelijk dat hier kruisingen van vleesstieren zijn meegenomen.
De Nederlandse melkveehouder Petro Pelgrum, die in Struer op Jutland 170 koeien melkt, bevestigt het verhaal van Beunk. Hij is in 2007 begonnen met het inkruisen met Fleckvieh. "In het begin stond er achter elk kalf 'Simmentaler'", vertelt Pelgrom. Tegenwoordig worden de kalveren wel als Fleckvieh-kruisingen geregistreerd.
Pelgrum heeft ook een paar Simmentaler-kruisingen aan de melk gehad, maar dat was qua melkproductie geen succes. De bloedvoering van zijn veestapel is inmiddels voor 50 tot 75 procent Fleckvieh. ,,De gemiddelde productie is 11.500 kilo meetmelk, en de gehaltes zijn veel beter dan toen we nog Holsteins molken."