‘Groenbemester nu onderwerken’
Dat stelt Remco Woertman van Agrarisch laboratorium Dumea Agro Advies. Hij sprak vorige week tijdens een presentatie op het Topmaïsevenement in Etten Leur.
Volgens Woertman wachten veel maïstelers tot het moment van inzaaien om de groenbemester onder te werken. „Het nadeel is dat in de periode van groei de groenbemester nog veel vocht onttrekt aan de bodem. Dit kan vooral problemen geven op droogtegevoelige zandgronden”, vertelde hij.
Naast het onttrekken van vocht, dient zich volgens Woertman nog een ander probleem voor. „Het gewas is tijden het onderploegen nog helemaal groen en moet dus eerst verteren, om de extra mineralen aan het nieuwe gewas te leveren. Als de periode te kort op het inzaaien is dan gebeurd er nog niets, terwijl de maïsplant juist in het begin de mineralen nodig heeft.”
Bodemvoorraad kali krap
Een ander aspect van de maïsteelt waar Woertman de aandacht op vestigde, is de kalibemesting. „Op zandgrond is de bodemvoorraad van kali vrijwel altijd laag. Maïstelers beginnen dus al met een tekort. Wanneer enkel naar de behoefte van het gewas wordt bemest en geen rekening wordt gehouden met de krappe bodemvoorraad, zal de plant alsnog te weinig kali beschikbaar hebben. Dit gaat ten koste van de opbrengst.”
Nieuwe kali-adviezen
De spreker hield de aanwezige veehouders voor om goed te kijken welk kali-advies de analyse aangeeft. De normen voor kali zijn in 2014 namelijk gewijzigd. „Vroeger, met een ruime drijfmestgift, was er bijna altijd voldoende kali beschikbaar. De laatste jaren wordt er steeds krapper bemest en krijgt extra kalibemesting weer meer aandacht. Het advies op de oudere analyses was op basis van oudere proeven en daarmee achterhaald. Inmiddels zijn de adviezen aangepast op basis van nieuwe onderzoeken. Maïstelers met oudere analyses dienen hier echter wel rekening mee te houden”, aldus Woertman.