Weidegang op 94 procent bedrijven haalbaar
Het deel Nederlandse koeien dat weidegang krijgt, is afgenomen tot zo'n 70 procent. Dit heeft geleid tot een maatschappelijke en politieke discussie. Het ministerie van Economisch Zaken heeft Wageningen UR daarom gevraagd om uit te zoeken in hoeverre weidegang technisch en bedrijfseconomisch haalbaar is, nu en in de toekomst.
Daaruit blijkt dat op 94 procent van de bedrijven het in principe mogelijk is om de koeien enige tijd in de wei te laten grazen. Zelfs bij verdergaande schaalvergroting of intensivering blijft dat in theorie op veel bedrijven mogelijk, aldus de onderzoekers.
Oppervlakte bereikbaar grasland
De belangrijkste factor is de beschikbare oppervlakte grasland die bereikbaar is voor de koeien. Op 1 tot 2 procent van de bedrijven is er geen huiskavel, waardoor beweiding dichtbij onmogelijk is.
Veedichtheid
Daarnaast speelt de veedichtheid een rol. Er zijn verschillende criteria voor weidegang. Een criterium is dat een melkkoe minimaal 1 kilogram droge stof weidegras per dag grazend moet kunnen eten. Als je dat criterium hanteert, is weidegang op 94 procent van de bedrijven mogelijk. Er lopen dan maximaal 12 koeien per hectare grasland.
Een andere, meer praktische definitie (ook gehanteerd in het Convenant Weidegang) is dat melkkoeien minimaal 120 dagen per seizoen grazen, en dat minimaal 6 uur per dag. Dat kan bij maximaal 6 melkkoeien per hectare grasland. Aan deze veebezetting kan 85 procent van de bedrijven voldoen.
Financieel oogpunt
Als je vanuit financieel oogpunt kijkt, ligt het omslagpunt voor de veebezetting volgens de onderzoekers nog wat lager. Dan zou je maximaal 4 melkkoeien per hectare kunnen houden. Bij 71 procent van de bedrijven is dit mogelijk.
Door schaalvergroting zou je meer melkkoeien kunnen houden per hectare beweidbare oppervlakte. Dan zou naar schatting 71 tot 85 procent van de bedrijven voldoen aan de weidenorm van het Convenant Weidegang.
Meer informatie staat in het rapport Beweidbare oppervlakte en weidegang op melkveebedrijven in Nederland.