LTO: Kalfvolgsysteem ook nuttig op bedrijfsniveau
Dat zegt Toon van Hoof van LTO Nederland. Samen met de Nederlandse Zuivel Organisatie, Stichting Brancheorganisatie Kalverhouderij en Vee & Logistiek Nederland heeft LTO een totaalplan gepresenteerd voor een optimale zorg en een goede eindbestemming voor alle kalveren.
De sectoren pakken hiermee gezamenlijk de handschoen op nadat medio februari berichten naar buiten kwamen (via Melkvee.nl en de regionale landbouwbladen van Agrio) over honderden te lichte kalveren die op de verzamelcentra werden afgespoten.
Kalfvolgsysteem
In de geïntegreerde aanpak staat een nieuwe database centraal. Hierin worden alle gegevens over het kalf geregistreerd, van de dracht van de moeder totdat het kalf (als het niet op het melkveebedrijf wordt aangehouden) via de vleeskalverhouderij uiteindelijk aan de slachthaak belandt.
Dit kalfvolgsysteem (KVS) moet leiden tot meer transparantie en kennisuitwisseling tussen melkveebedrijf, veehandel en -transport en de kalversector. Het mag straks niet meer voorkomen dat men niet meer weet wat er met een kalf is gebeurd is of waar het is geweest, aldus Van Hoof.
Koppeling
Maar hij ziet nog meer kansen met de nieuwe database. Op termijn willen de initiatiefnemers dit systeem koppelen met de gegevens van de veehouders zelf. De bedoeling is dat melkveehouders meer inzicht krijgen in de eigen prestaties omdat ze de kalveren die ze afleveren, kunnen vergelijken met die van collega’s. Zo kunnen ze zien dat ze bijvoorbeeld slechter scoren op antibioticagebruik, of dat hun uitvalpercentage veel hoger ligt.
Van Hoof: „We verwachten dat een boer bij zichzelf denkt: verdorie, misschien doe ik het helemaal niet zo goed. Dat hij dan zelf aan de slag gaat om de groei en de gezondheid van zijn kalveren te verbeteren.” De bewustwording die het KVS moet brengen, zal volgens de LTO-voorman 90 procent van het probleem van de te lichte kalveren oplossen.
Streefgewicht
Uiteindelijk is het de bedoeling dat alle kalveren die gezond zijn, hun weg vinden naar de mesterij. Kalveren die na 14 dagen nog niet op het streefgewicht van36 kilo zitten, zullen zes dagen langer op het melkveebedrijf moeten blijven.
Het kan voorkomen dat kalveren na de extra dagen nog steeds te licht zijn. Of dat de markt tijdelijk overvol is en dus de lichtste dieren 'overblijven'. Voor die groep dieren zoeken de samenwerkende partijen nog een oplossing; binnenkort start er een pilotproject. Van Hoof: „Het woord 'petfood' wil ik niet noemen, maar op een gegeven moment moeten we wel met een oplossing komen.”
Mazen in de wet
De samenwerkende organisaties zijn daarom nu in gesprek met de NVWA. ,,We tasten af wat we kunnen doen binnen de regels, en of er ook mazen in de wet zijn waardoor we toch een geschikte bestemming voor deze kalveren kunnen verzinnen.”
Binnen een maand mogen we hier meer van verwachten, zo belooft de boerenvoorman. „Dan komen we hopelijk met een oplossing die alle boeren aangaat. Want op alle 20.000 bedrijven komt per jaar heus wel één kalf ter wereld dat minder groeit als de anderen. Dus moeten we in ieder geval werken aan een goede plek voor 20.000 stuks te lichte jonge dieren.”
Tekst: Gineke Mons
Gineke Mons (1970) groeide op op een biologisch melkveebedrijf in Gelderland. Na haar studie journalistiek werkte ze 13 jaar bij het Agrarisch Dagblad. Sinds 2008 is ze freelance (landbouw)journalist, met het accent op veehouderij en diergezondheid.
Tekst: Monica van der Hall
Beeld: Agrio