Agrifirm zet in op gemiddelde afkalfleeftijd van 22 maanden

De totale opfok wordt bij het concept onderverdeeld in vier fases: melkfase (0 tot 2 maand), brokfase (0-5 maand), jeugdfase (6-12 maand) en drachtfase (13 tot 22 maand). Veehouders kunnen binnen het opfokconcept kiezen voor het op 22 of 24 maanden laten afkalven van de vaarzen.
Onbeperkt melk verstrekken
Een belangrijk onderdeel voor de opfok in 22 maand is het onbeperkt verstrekken van melk. Volgens Agrifrim voorziet het kalf daarmee beter in haar natuurlijke behoefte om vaak te drinken en zal daarom beter ontwikkelen. Daarop is Kalvolac Unlimited ontwikkeld. Dit is een kalvermelkpoeder met alleen zuivelgrondstoffen. Deze melk wordt koud gevoerd wanneer kalveren in éénlingboxen worden gehuisvest. Voor kalveren die melk krijgen via de drinkautomaat, wordt de melk warm verstrekt. Wel dient de instelling van de drinkautomaat aangepast te worden zodat ook deze kalveren onbeperkt melk kunnen krijgen, in kleinere porties.
Op basis van eigen onderzoek geeft Agrifirm aan dat er gemiddeld 15 procent extra groei wordt gerealiseerd met onbeperkt melk verstrekken. Deze groei wordt vooral zichtbaar in de periode na het spenen. Door de betere ontwikkeling in de eerste weken, is de voeropname in periode na de melkgift hoger, verklaart Agrifirm.
Eerst hogere kosten
De verkorte opfok zal het eerste jaar wat meer kosten, maar dit wordt volgens Agrifirm ruimschoots gecompenseerd door de lagere voerkosten na een jaar. De coöperatie berekent dat het verschil in afkalven tussen 22 en 24 maanden, bij 100 melkkoeien en een vervangingspercentage van 35 procent, 253 kilo minder fosfaatproductie bij de BEX, 3.311 euro minder opfokkosten en 45.240 kilo extra melk oplevert. Bij het terugbrengen van de afkalfleeftijd van 26 naar 22 maand, loopt dit voordeel op naar 522 kilo minder fosfaat, 8196 euro minder opfokkosten en 99.840 kilo melk extra.