Bijna kwart melkveehouders verwacht geen krimp
In de groep melkveehouders die inschatten dat zij het huidige aantal koeien na de invoering van fosfaatrechten kunnen handhaven, zijn vooral de kleinere bedrijven vertegenwoordigd met minder dan 50 melkkoeien en bedrijven zonder derogatie.
Uit het onderzoek valt op te maken dat het percentage verwachte krimp toeneemt naarmate het bedrijf groter is en de melkveehouder in de aanloop naar het einde van het melkquotum zijn onderneming heeft uitgebreid. 20 procent van deze laatste groep verwacht zelfs zijn veestapel met meer dan 8 procent te moeten inkrimpen. Een op de tien melkveehouders weet nog niet of, en zo ja, met hoeveel procent zijn veestapel zal moeten krimpen na invoering van fosfaatrechten.
Draagvalk voor fosfaatrechten
Er bestaat onder de Nederlandse melkveehouders een redelijk draagvlak voor de invoering van fosfaatrechten. Net iets meer dan de helft staat niet uitgesproken negatief tegenover de komst van fosfaatrechten. Een kleine meerderheid van melkveehouders het nieuwe slot op de deur niet per se als negatief. Een op de drie melkveehouders (31 procent) staat neutraal tegenover fosfaatrechten, terwijl een op de vijf (21 procent), een groep die vooral bestaat uit extensieve melkveebedrijven en oudere melkveehouders, de invoering een goede zaak vindt. Voorstanders van het overheidsingrijpen verwachten overwegend dat er met de komst van fosfaatrechten een markt- en prijsstabiliserende werking vanuit gaat
Twee op vijf melkveehouders (43 procent), een groep die vooral bestaat uit boeren tot 45 jaar en melkveehouders die hun bedrijf in aanloop van het eind het melkquotum hebben uitgebreid, vinden de komst van fosfaatrechten een slechte zaak. Als veelgenoemde reden geeft deze groep op dat zji zich gestraft voelen voor het ontwikkelen van hun bedrijf.
Ingrijpen onvermijdelijk
Ondanks kritiek zien veel melkveehouders wel in dat ingrijpen noodzakelijk was. De komst van nieuw productiebeperkende maatregelen wordt door een meerderheid van de melkveehouders (62 procent) – met overwegend kleinere bedrijven die recent niet hebben geïnvesteerd in groei – als onvermijdelijk geacht. De snelle groei van de melkveestapel na beëindiging van het melkquotum is volgens veel boeren hier debet aan.
Een derde van de Nederlandse melkveehouders (34 procent) – waarin vooral de grotere melkveebedrijven en groeiers vertegenwoordigt zijn – vindt dat de komst van fosfaatrechten vermijdbaar was geweest. Ze vinden over het algemeen dat nog geen evenwicht is ontstaan op de mest- en zuivelmarkt en te vroeg is ingegrepen.
Lees het hele onderzoek vandaag in de Agraaf, Stal & Akker, Vee & Gewas of Veldpost.